K 6.6 weefselvocht en lymfe

K 6.6 Lymfe
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

K 6.6 Lymfe

Slide 1 - Slide

Doel van de les: 
Ik kan de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe noemen.

Slide 2 - Slide

Lymfevaten & Lymfeknopen 
Lymfe vaten en -knopen
Vocht met afval afvoeren 
afweer ziektenverwekkers

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Bloedplasma
Weefselvloeistof
Lymfe

Slide 6 - Slide

Lymfevat in detail: 
Transport

Slide 7 - Slide

opgezette lymfeknopen
aanmaak van witte bloedceel die antistoffen maken. ( +insluiters)
oedeem

Slide 8 - Slide

Wat is de functie van een lymfeknoop?
A
Lymfe verzamelen
B
Lymfe zuiveren
C
Lymfe afbreken
D
Lymfe opnemen

Slide 9 - Quiz

Lymfe ontstaat doordat bloedplasma eerst
A
lymfe wordt en daarna weefselvloeistof
B
weefselvloeistof wordt en daarna lymfe

Slide 10 - Quiz

Wat bevindt zich op plaats P?
A
bloed
B
lymfe
C
weefselvloeistof

Slide 11 - Quiz

Wat is de functie van de lymfeknopen (lymfeklieren)?
A
Halen voedingsstoffen uit lymfe
B
Zuiveren de lymfe van onder andere ziekteverwekkers
C
Halen zuurstof uit lymfe
D
Maakt witte bloedcellen aan

Slide 12 - Quiz

In welk of welke typen vocht kunnen antistoffen voorkomen?
A
Alleen in bloed
B
In bloed, lymfe en weefselvloeistof
C
In bloed en lymfe
D
In bloed, lymfe, weefselvloeistof en traanvocht

Slide 13 - Quiz

Witte bloedcellen kunnen in lymfe zitten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Lymfe stroomt sneller dan bloed
A
waar
B
niet waar
C
soms

Slide 15 - Quiz

Welke stoffen bevinden zich in lymfe?
VWO
13
A
zuurstof en voedingsstoffen
B
koolstofdioxide en afvalstoffen
C
witte bloedcellen
D
alle stoffen in A, B en C zitten in lymfe

Slide 16 - Quiz

Wat kan er NIET in lymfe zitten?
A
Antistoffen
B
afvalstoffen
C
Rode bloedcellen
D
Koolstofdioxide

Slide 17 - Quiz