terugkoppeling van de doelen
- Je weet wat de eindopdracht is en waar je op beoordeeld wordt
- Je weet waar je de eindopdracht en rubric kunt vinden
- Je hebt een partner waarmee je de opdracht gaat maken
- Je hebt een onderwerp gekozen
- Je hebt een start gemaakt met 1e punt van de rubric (met je partner)
of
- Je hebt punt 1, 2,3 en 5 verwerkt in de powerpoint