This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Je neus is via zenuwen met de hersenen verbonden.
A
juist
B
onjuist
Slide 1 - Quiz
De prikkel voor tastzintuigen is druk.
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quiz
De hoornlaag beschermt het lichaam tegen uitdroging.
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quiz
Drukzintuigen kunnen in de kiemlaag van de huid voorkomen.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
De oogspieren zitten vast aan het harde oogvlies.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
De zintuigcellen voor gehoor vind je in het trommelvlies.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
Pijnpunten komen alleen voor in de huid.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Kees zit te slapen in de les. Dat is gedrag.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Uitleg is wat je denkt dat het gedrag betekent. Waarneming is wat je precies ziet.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quiz
De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Anne en Max ontmoeten elkaar voor het eerst. Anne steekt haar hand uit. Max geeft Anne een hand terug. Een hand uitsteken is een voorbeeld van een signaal.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
Spieren sturen impulsen naar de hersenen toe.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
Motivatie is de bereidheid om te reageren op een prikkel.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
De prikkel voor het gezichtszintuig is geluid.
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
Hoe worden door deel 3 impulsen voortgeleid: van beneden naar boven, van boven naar beneden, of in beide richtingen? (klik op afbeelding om hem groter te maken)
A
Van beneden naar boven.
B
Van boven naar beneden.
C
In beide richtingen.
Slide 15 - Quiz
Welk nummer is geen deel van het centrale zenuwstelsel? (klik op afbeelding om hem groter te maken)
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 16 - Quiz
De huid bestaat uit de hoornlaag, de lederhuid en de kiemlaag. Wat is de juiste volgorde, van buiten naar binnen?
Slide 17 - Open question
In een oor kunnen geluidstrillingen door onder andere de gehoorbeentjes, de gehoorgang en het trommelvlies gaan. Wat is de juiste volgorde van deze delen, van buiten het oor naar binnen?
Slide 18 - Open question
Welk deel van het oog of het gezicht kunnen het netvlies beschermen tegen te fel licht?
A
Het hoornvlies.
B
De lens.
C
De wenkbrauwen.
D
De wimpers.
Slide 19 - Quiz
Bevinden zich in orgaan P koudezintuigen? En pijnpunten?
(klik op afbeelding om hem groter te maken)
A
Zowel koudezintuigen als pijnpunten.
B
Alleen koudezintuigen.
C
Alleen pijnpunten.
D
Geen koudezintuigen en geen pijnpunten.
Slide 20 - Quiz
Het heideblauwtje is een vlinder. Als het paringstijd is, dan achtervolgt het mannetje een vrouwtje. Hij vliegt om haar heen en geeft geurstoffen af. Dan gaat hij naast haar zitten en paren ze. Uiteindelijk vliegt het mannetje weg. Waar is dit een voorbeeld van?
A
Handelingen.
B
Motivatie.
C
Prikkel.
D
Respons.
Slide 21 - Quiz
Hoe heet het gekleurde gedeelte van je oog?
Slide 22 - Open question
Welk deel van het oog zorgt dat het netvlies op zijn plaats blijft?
Slide 23 - Open question
Anya merkt dat ze de tekst op reclameborden in de verte niet goed kan zien. Ze heeft echter geen problemen als ze de tekst op haar telefoon leest. Ze wil graag een bril om ervoor te zorgen dat ze in de verte goed kan zien. Is Anya verziend of bijziend?
Slide 24 - Open question
Anya is dus bijziend. Welke lenzen heeft Anya nodig om in de verte goed te kunnen zien; holle of bolle lenzen?
Slide 25 - Open question
hoe heet onderdeel 2? (klik op de afbeelding om hem groter te maken)