This lesson contains 15 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Bas 1 - Eten en gegeten worden
Slide 1 - Slide
Planning
Theorie + filmpje
Aantekening
Opdrachten
Slide 2 - Slide
LEERDOELEN
- Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen, en hoe bij verbranding die energie weer vrijkomt.
- Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven.
Slide 3 - Slide
Voedselketens
Voedselketen = rij organismen waarin staat wie wat eet.
Regels bij voedselketens:
Je begint altijd bij planten
Pijlen betekenen 'wordt gegeten door', gaat NAAR de bek waar het in belandt!
Slide 4 - Slide
Voedselketen
Voedselketen
Elk organisme in een voedselketen noemen we een schakel
Slide 5 - Slide
Voedselweb
In een voedselweb staan
een aantal voedselketens.
Slide 6 - Slide
Fotosynthese
Slide 7 - Slide
Hoe maakt een plant glucose/suiker?
Bladgroenkorrels --> fotosynthese
Nodig voor fotosynthese:
Koolstofdioxide
Water
Zonlicht
Producten van fotosynthese:
Glucose
Zuurstof
Slide 8 - Slide
Verbranding van glucose
In het donker:
vooral verbranding
Slide 9 - Slide
Producenten, consumenten & reducenten
Slide 10 - Slide
reducenten/ kringloop
reducenten
kringloop
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
Aantekening 6.1 (uitgebreid)
producenten: Organismen met bladgroen; zetten energiearme stoffen om in energierijke stoffen.
consumenten: Alleseters, planteneters en vleeseters; leven van de energierijke stoffen die planten maken.
reducenten: Bacteriën en schimmels; breken energierijke stoffen uit dode organismen af tot energiearme stoffen.
energiearme stoffen: Stoffen die weinig energie bevatten, bijv. koolstofdioxide, mineralen, water en zuurstof.
energierijke stoffen: Stoffen die veel energie bevatten, bijv. glucose en andere koolhydraten, eiwitten en vetten.
fotosynthese: zonlicht + koolstofdioxide + water --> glucose + zuurstof
verbranding: glucose + zuurstof --> koolstofdioxide + water + energie
stofwisseling: Alle omzettingen van de ene stof in de andere stof in een organisme.