Korte uitleg CE examen

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Centraal examen Lezen & Luisteren

Slide 4 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Waar bestaat het examen uit?
  2. Voorbereiden op het CE. Kan dat?
  3. Hoe dan?

Slide 5 - Slide

1. Waar bestaat het examen uit?
  • 4 leesteksten
  • 3 luisterteksten
  • De teksten zijn informatief, instructie of betogend
  • De onderwerpen hebben vaak te maken met burgerschap (milieu, onderwerpen uit het nieuws, werk)

Slide 6 - Slide

2. Voorbereiden op het CE. Kan dat?
Veel mensen denken dat ze dit examen niet kunnen voorbereiden, omdat de teksten en de vragen toch steeds anders zijn. Het soort vragen dat gesteld wordt is echter wel steeds hetzelfde. Als je weet welke vragen er gesteld kunnen worden, kan je je daar wel op voorbereiden door te zorgen dat je de bijbehorende begrippen wel kent (denk aan signaalwoorden, tekstsoorten, hoofdgedachte).

Slide 7 - Slide

Hieronder staan enkele veelvoorkomende vragen:
  1. · Wie zegt wat over …? Wat is volgens de tekst waar? (tekstbegrip)
  2. · Wat wordt er bedoeld met …). In de tekst staat … wat wordt hiermee bedoeld? (woordbegrip)
  3. · Wat is het doel van de schrijver met deze tekst? (– soms in combinatie met tekstbegrip) (tekstdoelen)
  4. · Wat is de mening van de schrijver? Welke argumenten gebruikt de schrijver?
  5. · Wat is het onderwerp van de tekst of alinea? Of: Wat is een goed tussenkopje bij deze alinea?
  6. · Wat is een goede samenvatting van de tekst of alinea? Hoe zou je deze tekst in een zin samenvatten? (hoofdgedachte)
  7. · Waarnaar verwijst een woord? (verwijswoorden, signaalwoorden)

Slide 8 - Slide

Dit zijn maar enkele voorbeelden. Er worden vooral veel vragen gesteld over de inhoud van de tekst, waarbij gekeken wordt of je de tekst goed hebt begrepen.
 

Bij de luisterteksten kan het handig zijn om eerst de vragen te lezen en pas daarna het fragment te bekijken. Wanneer je oefent, kan je uitproberen wat voor jou het meest prettig is.

Slide 9 - Slide

3. Hoe dan?
  • Uitleg van de theorie die te maken heeft met de vaste soort vragen.
  • Klassikale opdracht (groepjes) om met behulp van een tekst de theorie toe te passen.
  • Zelfstandig oefenen: extra met de theorie of algemene examentraining (eigen keuze)

Slide 10 - Slide

VRAGEN?

Slide 11 - Slide