Week 8 les 2 - Bijvoeglijke naamwoorden, bezitsvorm s of ’s en cijfers en getallen

Nederlands
22 februari 2022
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
22 februari 2022

Slide 1 - Slide

Agenda
  • Terugblik vorige les en huiswerkcontrole 
  • Leerdoelen
  • Bijvoeglijke naamwoorden, 
  • Bezitsvorm s of ’s 
  • Cijfers en getallen
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

Terugblik vorige les
Samenstellingen met of zonder tussen -n

Slide 3 - Slide

Belangrijke mededeling
Deadline woordvierkanten periode 2: zondagavond 13 maart

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
  • 1. Een bijvoeglijk naamwoord (geen stoffelijk) correct te schrijven met of zonder -e aan het einde.
  • 2. Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord te herkennen.
  • 3. De bezitsvorm met ’s of s correct te schrijven.
  • 4. Cijfers en getallen correct te schrijven (wanneer schrijf je voluit en wanneer schrijf je het getal).

Slide 5 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Maak opdracht 26 blz 127
Overleg mag op fluistertoon
timer
3:00

Slide 8 - Slide

Opdracht 26 blz 127
1 aardige
2 aluminium
3 prachtig
4 dikke
5 loden
6 suède
7 heerlijke
8 breekbaar
9 katoenen
10 duidelijk

Slide 9 - Slide

Bezitsvorm -s of -'s
De -S moet ALTIJD vast, BEHALVE als dat de uitspraak verkeerd maakt.

Dit geldt zowel voor de meervoudsvorm als voor de bezitsvorm.

Slide 10 - Slide

Bezitsvorm -s of -'s
Johns fiets
Tinekes theehuis
Carolines mailtje
Beaus tv-shows

Slide 11 - Slide

Bezitsvorm -s of -'s
Na de klinkers a, o, u, i en y na een medeklinker schrijf je apostrof s
 Carla’s cadeaus
 Eindigt een woord op een s-klank, dan zet je een apostrof achter het woord, omdat je op die plek een woord weglaat en vervangt door die apostrof
 Max’ fiets (want ook goed: Max zijn fiets)

Slide 12 - Slide

Opdracht 27 blz 237
De twee uitzonderingsregels zijn er niet zomaar. beredeneer waarom je in sommige gevallen een apostrof schrijft en soms een bezits-s helemaal weglaat.

Slide 13 - Slide

Cijfers en getallen
Cijfers tot en met 20 schrijf je voluit.
Ik ben zestien jaar.
 Alle afgeronde tientallen tot 100 en afgeronde honderdtallen tot 1000 schrijf je voluit.
Bij maten en gewichten schrijf je cijfers.
Grote ingewikkelde getallen schrijf je in cijfers. 

Slide 14 - Slide

Huiswerk
opdracht 25 + 26 blz 236
opdracht 28+29 blz 238


Slide 15 - Slide