De tekst moet
volledig en
duidelijk zijn.
De inhoud:
1. Is de tekst volledig? Weet de lezer alles wat hij moet weten?
2. Is de tekst duidelijk? Begrijpt de lezer alles wat er staat?
De vorm:
1. Heb je geen letters of woorden vergeten?
2. Staan er geen spel- of andere taalfouten in de tekst?
3. Begint elke zin met een hoofdletter en eindigt elke zin met een punt, vraagteken of uitroepteken?