Oefenen voor de toets

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Was machen wir heute? 

Wir üben für den Test

Vertaal 

Vertaal de onderstaande woorden in het Duits op jouw mobieltje. 

uitnodigen

thuis

straks

het cadeau

feliciteren

vrolijk - verdrietig

plaatsvinden

kerst

de broers en zussen

Vertaal 

Vertaal de onderstaande zinnen:

Wij zijn thuis

De Familie bezoekt de moeder

Hij viert verjaardag

Vertaal 

Vertaal de onderstaande zinnen:

Hij viert verjaardag

Hoe oud is je broer?

Dat is mijn Opa

Ik heb twee zussen

Ik geef volgende week een feest kom je ook?

Ik hou van de gezelligheid.

Nee, want dan zijn we bij mijn oma.

1.

33.

101.

Zelfstandig naamwoord, bepaalde lidwoorden en hoofdletters

der, die of das en waarom?
1. Haus
2. Nichte
3. Fräulein

1. Freundschaft
2. Umgebung
3. Stier

Hoofdletters

der kleine junge geht zu seiner tante.

jonas bekommt zum geburtstag ein geschenk

Sleep de uitgangen naar de juiste plek

ich

du

er/sie/es/man

wir 

ihr

sie/Sie

spiel

spiel

spiel

spiel

spiel

spiel

-e

-st

-t

-en

-en

-t

wonen = wohnen
ik woon = ich _________

1. wohne
2. wohnen
3. wohnt
4. wohnst

zwemmen = schwimmen
jij zwemt = du ______________

1. schwimme
2. schwimmst
3. schwimmt
4. schwimmen

schrijven = schreiben
hij schrijft = er ______________

1. schreiben
2. schreibst
3. schreibt
4. schreibe

spelen = spielen
Er__________ gerne Fußball.

houden van = lieben
Ich __________ dich!

maken = machen
Wir __________ gern Musik!

Er (arbeiten) ____ in der Bibliothek.

Er hat in der Bibliothek (gewerkt).

Die Schülerin (reden) ___ viel zu viel.

Die Schülerin hat viel zu viel (gepraat).

Ihr (arbeiten) ____ sehr gut.

Die Schüler (hebben) ___ sich (treffen).

Du (malen)____ gern.

Du (haben) ____ gern (malen).

Sie (mv) (zeichnen) ____ viel. Und du ____ du viel?

Er (sein) ____ (in de kantine).

Die Klasse(sein) ____ (in het lokaal).

ich

du

er/sie/es/man

wir

ihr

sie/Sie

Sleep de werkwoorden naar de juiste plek

schrijven= schreiben

schreibe

schreibst

schreibt

schreibt

schreiben

schreiben

ich

du

er/sie/es/man

wir

ihr

sie/Sie

Sleep de werkwoorden naar de juiste plek

reden

rede

redest

redet

redet

reden

reden

ich

du

er/sie/es/man

wir

ihr

sie/Sie

Sleep de werkwoorden naar de juiste plek

arbeiten 

arbeite 

arbeitest

arbeitet 

arbeitet

arbeiten 

arbeiten

www.talenwijzer.com

Hausaufgaben

Lernt bitte für eure Klassenarbeit