3H1_H4_les6_theorie_spelling2

Spelling H4
werkwoorden
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spelling H4
werkwoorden

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Na deze les 
- weet je de belangrijkste regels van werkwoordspelling

Slide 2 - Slide

Planning deze les
- theorie werkwoordspelling H4
- huiswerk

Slide 3 - Slide

Lastige werkwoordsvormen: -d of -dt?
  • De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

  • ik word - hij wordt - wij worden
  • ik ren - hij rent - wij rennen


  • Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 4 - Slide

Persoonsvorm

Slide 5 - Slide

Lastige werkwoordsvormen: -d of -dt?
  • Kijk of het werkwoord een persoonsvorm is

  • Zoek het onderwerp

  • Gebruik de juiste regel
    (stam bij ik-vorm, stam+t bij hij-vorm, etc.)

Slide 6 - Slide

De leerling-verpleegster ... (verbinden) de wond zo nauwkeurig mogelijk.

Slide 7 - Open question

Na een moeizaam begin, ... (werken) Maurice nu hard voor een mooi cijfer.

Slide 8 - Open question

... (Vertrouwen) jij Eva jouw nieuwe iPhone toe?

Slide 9 - Open question

Morgen ... (worden) jij om 9.00 uur verwacht bij de orthodontist.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Video

Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 12 - Quiz

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde

Slide 13 - Quiz

Vrijdag hebben we gebasketbal...

't kofschip-x
A
t
B
d

Slide 14 - Quiz

Zij is naar Amsterdam gefiets...

't kofschip-x
A
d
B
t

Slide 15 - Quiz

De dokter heeft de wond op mijn been gehech...
't kofschip-x
A
t
B
d

Slide 16 - Quiz

Huiswerk
werkwoordspelling H3: opdr. 9 + 13
werkwoordspelling H4: opdr. 8 + 11

Slide 17 - Slide