Kern les 62 - spelling pv vdw

Welkom
Ga rustig zitten

Pak je spullen:
Boek, schrift en pen

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom
Ga rustig zitten

Pak je spullen:
Boek, schrift en pen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

  1. Spelling uitleg - pv en vdw
  2. Quizvragen 
  3. Zelfstandig werken
  4. Korte herhaling bijwoordelijke bepaling, als dat nodig is

Slide 2 - Slide

Welke lessen moet je leren?
Les 37, 38, 53, 54 en 62
+ woorden van deze lessen
Toets in de toetsweek

Slide 3 - Slide

Doel

Je leert het vinden en schrijven van de persoonsvorm en het voltooid deelwoord en het hulpwerkwoord
(Kern 54 en 62)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Schrijven van de pv tt

Slide 6 - Slide

pv tt

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hulpwerkwoord
Meer werkwoorden in de zin?
Dan is er (minstens) één het hulpwerkwoord.

Het hulpwerkwoord geeft "hulp" aan het zelfstandige werkwoord. 
Het hulpwerkwoord heeft zelf geen duidelijke betekenis. 

Ik heb gegeten.
Dit moet verwijderd worden.

Slide 10 - Slide

Woordsoorten
Werkwoord:
- Hulpwerkwoord
1. Wat is het belangrijkste werkwoord? 
2. Rest is hulpwerkwoord. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Voltooid deelwoord
- Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm.
- Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgelopen 
   (voltooid).
- In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm 
   van hebben of zijn.
- Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be- of ver-.

Slide 13 - Slide

't Sexy Fokschaap
ook wel 't x kofschip
eindigt de ik-vorm (stam) op een letter uit het 't x kofschip
Ja = +T
Nee= +D


Slide 14 - Slide

Wat is de persoonsvorm?
" Ik zal dat nooit meer doen!"
A
ik
B
zal
C
dat
D
doen

Slide 15 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord?
"Gister zijn mijn aardappels aangebrand"
A
gister
B
zijn
C
mijn aardappels
D
aangebrand

Slide 16 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord?
"Wij hebben de opdracht voltooid"
A
wij
B
hebben
C
de opdracht
D
voltooid

Slide 17 - Quiz

Wat is de stam van het werkwoord:
'knutselen' ?
A
knutsel
B
knutselt
C
knutselen
D
knutselde

Slide 18 - Quiz

Kies de juiste spelling in de verleden tijd:
"Ik ..... op zaterdag vaak met mijn vriend."
A
vis
B
visde
C
viste
D
vistte

Slide 19 - Quiz

Kies de juiste spelling in de verleden tijd:
"De dj .... erg goed op het feestje".
A
draaite
B
draaide
C
draaiten
D
draaiden

Slide 20 - Quiz

Kern les 54 & 62 
Maak nu de opdrachten
Je werkt tot het einde van de klok -->
Je mag fluisterend overleggen

Vraag? Lees eerst de uitleg nog eens. 
Nog steeds een vraag? Steek je vinger op

timer
1:00

Slide 21 - Slide

Ik kan de persoonsvorm en het voltooid deelwoord
vinden en schrijven
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Volgende week:
Herhaling alle lessen
Voorbereiden toetsweek

Slide 23 - Slide