H1.3 Zuivere stoffen en mengsels

1 / 17
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Leerdoelen van 1.3
  • Uitleg
  • Instructies 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van §1.3 kun je:
  • op macro- en microniveau uitleggen wat zuivere stoffen en wat mengsels zijn
  • smelt- en kookdiagrammen van mengsels op microniveau verklaren
  • op macro- en microniveau het verschil uitleggen tussen homogene en heterogene mengsels
  • een aantal mengsels op macro- en microniveau beschrijven
  • berekeningen uitvoeren aan de samenstelling van mengsels: massa%, volume% en g/L


Slide 3 - Slide

Mengsels
De meeste stoffen in het dagelijks leven zijn mengsels.

Slide 4 - Slide

Mengsel op macroniveau
Mengsel op microniveau

Slide 5 - Slide

Mengsel
Heterogene mengsels zijn mengsels waarin je de verschillende  stoffen met het oog of onder een microscoop kunt zien. Op microniveau zijn de stoffen niet als losse moleculen gemengd.

Homogene mengsels zijn mengsels waarin de verschillende bestanddelen goed gemengd zijn. Op microniveau zijn de stoffen als losse moleculen gemengd

Slide 6 - Slide

Heterogene mengsel
Homogene mengsel

Slide 7 - Slide

Zuivere stof
bij een zuivere stof heb je een: smeltpunt, stolpunt of kookpunt > tijdens de fase-overgang blijft de temperatuur constant

Slide 8 - Slide

Mengsel

Stoltraject
Mengsel
bij een mengsel heb je een: smelttraject, stoltraject of kooktraject > tijdens de fase-overgang is de temperatuur niet constant

Slide 9 - Slide

Soorten mengsels     
Een oplossing is een helder mengsel van een vaste stof of een vloeistof die opgelost is in een vloeistof.


Een suspensie is een troebel mengsel van een vaste stof die slecht oplost in een vloeistof.
= oplosmiddel

Slide 10 - Slide

Soorten mengsels     
Een emulsie is een troebel mengsel van vloeistoffen waarbij kleine druppeltjes van de ene vloeistof verdeeld zijn in de andere vloeistof. 


Slide 11 - Slide

Soorten mengsels
Een mengsel bestaat uit twee of meer stoffen.
Een helder mengsel is homogeen: de stoffen zijn volledig gemengd
Een troebel mengsel is heterogeen: de stoffen zijn niet volledig gemengd.
betekenis fase-aanduidingen:
(s) = solid > vaste stof
(l) = liquid > vloeistof
(g) = gas > gas
rook
(s) + (g)
nevel
(l) + (g)

Slide 12 - Slide

Procentenrekenen
  1. Een flesje bier van 0,330 l heeft 4,5 vol.% alcohol. Hoeveel ml alcohol zit er in de fles?

Slide 13 - Slide

  1. TekstDagmar is 17, weegt 56 kg en drinkt 2 flesjes. Ze heeft 4 liter bloed in haar lijf. Hoeveel procent alcohol zit er in haar bloed?
  2. Harry, is veel groter, 19 jaar oud, en weegt 70 kg. Hij drinkt tegelijk met Dagmar maar drie flesjes bier. Hoeveel alcohol heeft hij in zijn bloed?

Slide 14 - Slide

Instructie
Maak van §1.2 opdracht 1 t/m 8
Maak een samenvatting van §1.2
Lees blz 22 t/m 27
Ben je klaar?
Maak van §1.3 opdracht 1, 2, 3 en 5


Slide 15 - Slide

Homogeen mengsel
Heterogeen mengsel
Emulsie
Oplossing
Rook
Legering
Suspensie
Vaste stoffen mengsel
Nevel
Gas mengsel

Slide 16 - Drag question

ZUIVERE STOF
MENGSEL
kristalsuiker
zonnebloemolie
sinaasappelsap (vers geperst)
kraanwater
spa blauw
parfum
melk
tandpasta
sportdrank
lucht
aluminium

Slide 17 - Drag question