This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Deze les:
Leerdoelen van 1.3
Uitleg
Instructies
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Aan het eind van §1.3 kun je:
op macro- en microniveau uitleggen wat zuivere stoffen en wat mengsels zijn
smelt- en kookdiagrammen van mengsels op microniveau verklaren
op macro- en microniveau het verschil uitleggen tussen homogene en heterogene mengsels
een aantal mengsels op macro- en microniveau beschrijven
berekeningen uitvoeren aan de samenstelling van mengsels: massa%, volume% en g/L
Slide 3 - Slide
Mengsels
De meeste stoffen in het dagelijks leven zijn mengsels.
Slide 4 - Slide
Mengsel op macroniveau
Mengsel op microniveau
Slide 5 - Slide
Mengsel
Heterogene mengsels zijn mengsels waarin je de verschillende stoffen met het oog of onder een microscoop kunt zien. Op microniveau zijn de stoffen niet als losse moleculen gemengd.
Homogene mengsels zijn mengsels waarin de verschillende bestanddelen goed gemengd zijn. Op microniveau zijn de stoffen als losse moleculen gemengd
Slide 6 - Slide
Heterogene mengsel
Homogene mengsel
Slide 7 - Slide
Zuivere stof
bij een zuivere stof heb je een: smeltpunt, stolpunt of kookpunt > tijdens de fase-overgang blijft de temperatuur constant
Slide 8 - Slide
Mengsel
Stoltraject
Mengsel
bij een mengsel heb je een: smelttraject, stoltraject of kooktraject > tijdens de fase-overgang is de temperatuur niet constant
Slide 9 - Slide
Soorten mengsels
Een oplossing is een helder mengsel van een vaste stof of een vloeistof die opgelost is in een vloeistof.
Een suspensie is een troebel mengsel van een vaste stof die slecht oplost in een vloeistof.
= oplosmiddel
Slide 10 - Slide
Soorten mengsels
Een emulsie is een troebel mengsel van vloeistoffen waarbij kleine druppeltjes van de ene vloeistof verdeeld zijn in de andere vloeistof.
Slide 11 - Slide
Soorten mengsels
Een mengsel bestaat uit twee of meer stoffen.
Een heldermengsel is homogeen: de stoffen zijn volledig gemengd
Een troebelmengsel is heterogeen: de stoffen zijn niet volledig gemengd.
betekenis fase-aanduidingen:
(s) = solid > vaste stof
(l) = liquid > vloeistof
(g) = gas > gas
rook
(s) + (g)
nevel
(l) + (g)
Slide 12 - Slide
Procentenrekenen
Een flesje bier van 0,330 l heeft 4,5 vol.% alcohol. Hoeveel ml alcohol zit er in de fles?
Slide 13 - Slide
TekstDagmar is 17, weegt 56 kg en drinkt 2 flesjes. Ze heeft 4 liter bloed in haar lijf. Hoeveel procent alcohol zit er in haar bloed?
Harry, is veel groter, 19 jaar oud, en weegt 70 kg. Hij drinkt tegelijk met Dagmar maar drie flesjes bier. Hoeveel alcohol heeft hij in zijn bloed?