Formuleren §7
Symmetrie en correct begrenzen
Symmetrie: als twee woorden, woordgroepen of zinnen die bij elkaar horen, allebei in een zin staan, dezelfde vorm hebben.
De volgende zin is symmetrisch:
Esmee kijkt uit naar het weekend, vanwege een feestje en een belangrijke sportwedstrijd.
Ze kijkt dus vanwege twee dingen uit naar het weekend: een feestje en een belangrijke sportwedstrijd. Die dingen horen in deze zin dus bij elkaar. Deze zin is correct, omdat die dingen in dezelfde vorm genoteerd staan.
De volgende zinnen zijn niet symmetrisch, dus grammaticaal fout:
Niet alleen in het zuiden vieren ze carnaval, ook in het noorden viert men dit feest.
Om de zinnen symmetrisch te maken, moet op beide plekken hetzelfde persoonlijk voornaamwoord worden gebruikt. Oplossing: men moet ze worden en viert moet dan vieren worden
Een puber schijnt veel te appen, maar volwassenen kunnen er ook wat van.
In het eerste deel staat een enkelvoudig onderwerp, terwijl in het tweede deel een meervoudig onderwerp staat.
Oplossing: volwassenen moet een volwassene worden en kunnen moet dan kan worden.