This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Lessonup.app
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
- Ik kan bijvoeglijke naamwoorden herkennen in een tekst
- Ik kan opdrachten maken bij een interview
Slide 2 - Slide
We starten met het leerwerk. Maak een foto van: Tes cheveux
timer
1:30
Slide 3 - Open question
Upload een foto van het weer in de maand: Août
timer
1:30
Slide 4 - Open question
Upload een foto van een voorwerp met de volgende kleur: Noir
timer
1:30
Slide 5 - Open question
Mon anniversaire, c'est 15 avril.
Il porte des lunettes.
Ton frère est comment?
Vous avez passé un bon weekend?
C'est ma copine.
Elle a les yeux verts.
Non, il est petit.
Ma soeur a les cheveux noirs.
Nee, hij is klein.
Mijn zus heeft zwart haar.
Hoe is je broer?
Ik ben jarig op 15 april.
Dat is mijn vriendin.
Hij draagt een bril.
Zij heeft groene ogen.
Heeft u een leuk weekend gehad?
Slide 6 - Drag question
Zet de volgende 3 zinnen in de passé composé: 1. Il regarde un film. 2. Vous dansez tous les jours. 3. Tu manges une pomme.
Slide 7 - Open question
Antwoorden
1. Il regarde un film. Il a regardé un film.
2. Vous dansez tous les jours. Vous avez dansé tous les jours.
3. Tu manges une pomme.
Tu as mangé une pomme.
www.verbuga.eu
Slide 8 - Slide
Lees de tekst op blz 33 uit je boek. Noteer in de woordspin alle woorden die iets zeggen over iets of iemand (bijvoeglijke naamwoorden). Het zijn er 18!
Slide 9 - Slide
Welke bijvoeglijke naamwoorden zie je in de tekst op blz 33?
Slide 10 - Mind map
Les devoirs
Maken: Opdracht 24, 25, 26 en 27
Leren: Vocabulaire A, B en E Het bezittelijk voornaamwoord De getallen t/m 100