Steigerung der Adjektive

Die Steigerung
(Trappen van vergelijking) 

1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Die Steigerung
(Trappen van vergelijking) 

Slide 1 - Slide

Was wisst ihr noch?
Das Adjektiv

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Basisregels
  • Hoe maak je de trappen van vergelijking in het Duits?

Volgens de basisregels maar je de trappen van vergelijking door:
  1. Stellende trap: basis van het bijvoeglijk naamwoord
       -> klein, schnell
    2. Vergrotende trap: basis + er
       -> kleiner, scheller
    3. Overtreffende trap: basis + st
      -> kleinst, schnellst

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

De trappen van vergelijking: heiß
A
heiß - heißer - heißten
B
heiß - heißer - heißest
C
heiß - heißer - heißt

Slide 9 - Quiz

De trappen van vergelijking: lieb
A
lieb - lieber - liebsten
B
lieb - lieber - am liebsten
C
lieb - lieber - liebest

Slide 10 - Quiz

De trappen van vergelijking: weit
A
weit - weiter - weitesten
B
weit - weiter - weitsten
C
weit - weiter - am weitesten
D
weit - weiter - weitest

Slide 11 - Quiz

Maak de trappen van vergelijking van:
klein

Slide 12 - Open question

Maak de trappen van vergelijking van: schnell

Slide 13 - Open question

Maak de trappen van vergelijking van:
viel

Slide 14 - Open question

Maak de trappen van vergelijking van:
groß

Slide 15 - Open question

Maak de trappen van vergelijking van:
alt

Slide 16 - Open question

Maak de trappen van vergelijking van:
interessant

Slide 17 - Open question

Hausaufgaben

Slide 18 - Slide