die Grammatik: Erläuterung
- de uitgangen zijn als volgt:
1. Ich = stam + te 4. wir = stam + ten
2.du = stam + test 5. ihr = stam + tet
3. er/sie/es = stam + te 6. sie/Sie = stam + ten
- Voorbeeld : (kaufen) Du kauftest immer die gleiche T-Shirts
- Let op de werkwoorden die in de stam eindigen op een -d of een -t .(reden) Die krijgen weer andere uitgangen:
- ich = stam + ete - wir = stam + eten
- du = stam + etest - ihr = stam + etet
- er/sie/es = stam + ete - sie/Sie = stam + eten