Het lidwoord ein- en het woord kein- (= geen),, en alle andere woorden die bij de ein-groep horen (=alle bezittelijke voornaamwoorden) krijgen alleen bij vrouwelijke woorden en in het meervoud een -e. Al deze woorden op het plaaatje kijgen dus bij vrouwelijke woorden en in het meervoud een -e achter deze woorden.
Mutter (=vrouwelijk) --> mijn ......... Mutter = meine Mutter
Let op de verschillende betekenissen van ihr(e)/Ihr(e)
en de schrijfwijze van euer/eure
haar - Das ist Anna und das ist ihre Freundin.
hun - Das sind meine Freunde und dort drüben sind ihre Eltern.
uw - Bitte setzen Sie sich, Ihr Kaffee steht schon auf dem Tisch.
euer (jullie) - Ist das euer Vater? (zelfst. naamwoord = mannelijk)
eure (jullie) - Ist das eure Mutter? (zelfst. naamwoord = vrouwelijk)