Centraal examen le/lui

Nederlands
Centraal Examen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands
Centraal Examen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen
  • Absentie/Presentie
  • Wat houdt het CE in?
  • Een aantal (luister-kijk)vragen oefenen

Slide 2 - Slide

Centraal examen
- maak je op de computer
- duurt 90 minuten
- je krijgt 1 cijfer
- het cijfer telt 2 keer

Hebben jullie al een e-mail ontvangen?

Slide 3 - Slide

Wat houdt het CE in?
Twee taalvaardigheden
- Lezen
- Kijken en Luisteren
- leesteksten en kijk-/luisterteksten
- 8 onderdelen

Slide 4 - Slide

Soorten vragen
- Tekstdoel
- Hoofd en bijzaken
- De opbouw van een tekst
- Feiten en meningen
- Bedoelingen herkennen
- informatie toepassen
- Tussenkopjes kiezen
-  Een tekst samenvatten

Slide 5 - Slide

Uit welke twee taalvaardigheden bestaat het CE?

Slide 6 - Open question

Leg uit wat een TEKSTDOEL is.

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Welk tekstdoel heeft het filmpje over de appie-app?
A
instructief
B
overtuigend
C
informerend
D
amuserend

Slide 10 - Quiz

Tekstdoel

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

De opbouw van een tekst

Slide 13 - Slide

Een tekst samenvatten

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Waarom spreekt de arts hier van tragedie?
A
Omdat er een patiënt is overleden
B
De patiënt had langer geleefd als hij gezond was
C
De arts mist zijn I-pod
D
Er worden teveel fouten gemaakt.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Welk probleem wordt besproken in het fragment
A
Slechte beheersing van de Nederlandse taal
B
Hun zoon haalt alleen maar onvoldoendes
C
'Buitenlandse' mensen hebben te weinig kennis van de Nederlandse taal

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Waarom omschrijft Ellen de Bruin haar boek als een soort "vrolijke slachtofferhulp?"
A
Omdat het logisch is dat je dit vervelend vindt.
B
Omdat zij vooral redenen geeft om niet te vergaderen
C
Zij geeft tips om hier niet naartoe te gaan?
D
Zij geeft tips hoe je vergaderen leuker kunt maken voor jezelf.

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video

Wat doet stress met je? Omschrijf dit in één zin.

Slide 22 - Open question