Paragraaf 1 Wat moet je kennen en kunnen
Theorie: • Je kunt uitleggen waar gletsjers ontstaan.
• Je kunt uitleggen hoe gletsjerijs ontstaat en beweegt.
• Je kunt aan de hand van een afbeelding de opbouw van een gletsjer beschrijven.
• Je kunt uitleggen hoe een gletsjer sediment meeneemt en ergens anders neerlegt.
• Je kunt de erosie door een gletsjer beschrijven en een U-dal op een afbeelding herkennen.
• Je kunt beschrijven hoe warme en koude perioden zich in de geologische tijd afwisselen.
• Je kunt aan de hand van een afbeelding beschrijven hoe een berglandschap kan veranderen door gletsjers.
• Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn van het smelten van gletsjers in de Alpen.
Begrippen: eeuwige sneeuw, erosie, gletsjer, gletsjerpuin, morene, sediment, sedimentatie, U-dal
Digitaal:
samenvatting