Lesdoelen: je kunt werkwoorden herkennen, determineren, splitsen en vertalen.
Je kunt de cultuurles koppelen aan de gebeurtenissen in de Griekse tekst.
Slide 2 - Slide
Vocatief
Voor aansprekingen gebruikt het Grieks een aparte naamval, de zogenaamde vocatief. Bij zn op -ος is de uitgang -ε. Zo wordt δοῦλος dus δοῦλε (vergelijk Latijn avus, vocatief ave).
Mannelijke zn uit de 1e klasse die verbogen worden als δεσπότης en νεανίας hebben de stam op -α als uitgang: δέσποτα en νεάνια.
De vocativus wordt vaak voorafgegaan door het lidwoord ὦ, wat je niet hoeft te vertalen.
Van vrouwelijke woorden in de 1e klasse en in het meervoud van alle klassen is de vocatief altijd gelijk aan de nominatief.
Slide 3 - Slide
Taaloefening maken p. 14
Lesdoelen: je kunt werkwoorden herkennen, determineren en vertalen.
Je kunt de vocatief herkennen en vertalen.
Slide 4 - Slide
Taaloefening
Ben je bereid om dit te doen, mijn zoon?
Niet de mannen zijn eerst, maar jij, dappere burger.
Jij weet niets, laf mens.
Jullie zijn niet meer angstaanjagend, slechte heersers.