1mh - formuleren en woordenschat

1mh - formuleren en woordenschat
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

1mh - formuleren en woordenschat

Slide 1 - Slide

Welk leesteken past het best achter de volgende zin: Tot hoe laat duurt dat klassenfeest
A
punt
B
vraagteken
C
uitroepteken

Slide 2 - Quiz

Welk leesteken past het best achter de volgende zin: Natuurlijk ga ik ook mee naar het klassenfeest
A
punt
B
vraagteken
C
uitroepteken

Slide 3 - Quiz

Welk leesteken past het best achter de volgende zin: Wil jij mij helpen met het overhoren van die woordjes
A
punt
B
vraagteken
C
uitroepteken

Slide 4 - Quiz

Welk leesteken past het best achter de volgende zin: Ik ga morgen alle woorden nogmaals opschrijven
A
punt
B
vraagteken
C
uitroepteken

Slide 5 - Quiz

Kies bij de volgende sleepvraag voor 'm/v' of 'o' en voor 'de' of 'het'

Slide 6 - Slide

telefoon 
kozijn
diagnose
reportage
journaal
jubileum
eindredacteur
m/v - de 
m/v - het
o - de
o - het

Slide 7 - Drag question

woordenschat

Slide 8 - Slide

Wat betekent 'het symptoom'?
A
de conditie
B
besmetten
C
verschijnsel dat optreedt bij een bepaalde ziekte
D
onderzoek dat duidelijk maakt hoe iets zit

Slide 9 - Quiz

Wat betekent: 'psychisch'?
A
lichamelijk
B
positief
C
geestelijk
D
groeien

Slide 10 - Quiz

Wat betekent: 'mijden'?
A
erg
B
bedoeld zijn voor
C
ademhalings-oefeningen
D
uit de weg gaan

Slide 11 - Quiz

Wat betekent: 'het jubileum'
A
nieuwsuitzending
B
feest om te vieren dat iets een bepaald aantal jaren bestaat
C
afdelingen die de inhoud van een krant samenstelt
D
middel om iets ergens heen te brengen.

Slide 12 - Quiz

Dat die docent een grapjas was, was al snel bij de brugklassers bekend.
A
Waar rook is, is vuur
B
Dat gaat als een lopend vuurtje rond
C
Er is niets nieuws onder de zon
D
Dat is oud nieuws

Slide 13 - Quiz

De leerling sprak met zijn mentor af dat ze iedere week een gesprek zouden inplannen
A
Een bitterer pil moeten slikken
B
In de lappenmand zijn
C
Een doekje voor het bloeden
D
De vinger aan de pols houden.

Slide 14 - Quiz

de analyse
de aandoening
toenemen
actueel
primetime
ingrijpend
onderzoek dat uitmaakt hoe iets zit
de ziekte
groeien, meer worden
zendtijd waarop veel mensen kijken
Op dit moment belangrijk
erg

Slide 15 - Drag question

Het eerste deel van de serie die ik net heb gezien, is prachtig.
Waarnaar verwijst 'die'?
A
Het eerste deel van de serie
B
de serie

Slide 16 - Quiz

Het eerste deel van de serie dat ik net heb gezien, is prachtig.
Waarnaar verwijst 'dat'?
A
Het eerste deel van de serie
B
de serie

Slide 17 - Quiz