Grammatica blok 4 wwg+zinsdelen herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Grammatica 

WWG

Zinsdelen

In deze les herhaal je de grammatica van Blok 4 :

 het WWG en verdelen in zinsdelen

Wat is het WWG in deze zin ?

We hebben vandaag ons schoolwerk gemaakt.

1. hebben
2. hebben gemaakt
3. schoolwerk
4. we hebben

Wat is het WWG in deze zin ?

De regering heeft extra maatregelen genomen.

1. regering
2. heeft
3. heeft genomen
4. genomen

Wat is het WWG in deze zin ?

Thuis gaan we ons misschien snel vervelen.

1. gaan vervelen
2. thuis
3. gaan
4. vervelen

Wat is het WWG in de zin:

Op onze school heeft iedere leerling een iPad.

Wat is het WWG in de zin:

Joy heeft de marathon in drieënhalf uur gelopen.

Wat is het WWG in de zin:

Natuurmonumenten zoekt donateurs.

Wat is het WWG in de zin:

De treinreizigers zijn op het station in Breda gestrand.

Wat is het WWG in de zin:

De winnaar van de Postcode Loterij kocht direct een Ferrari.

Wat is het WWG in de zin:

Vorig seizoen heb ik een paar voetbalschoenen versleten.

Maak de volgende zinnen langer door er een WANNEER, WAAR en/of WAT aan toe te voegen. 

Maak de zin langer door er een WAT aan toe te voegen.
De jongens kregen ...

Maak de zin langer door er een WAAR en WAT aan toe te voegen.
Kees koopt ...

Maak de zin langer door er een WANNEER en WAT aan toe te voegen.
Ahmed eet ...

In zinsdelen verdelen doe je door streepjes tussen de zinsdelen te zetten.

 

vb. Maya | loopt | naar de sportclub.

vb. Gisteren | kocht | Lucas | een nieuwe smartphone. 

In het volgende filmpje wordt dit nog een keer uitgelegd.

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
De jonge held | kreeg | een onderscheiding.

1. juist
2. onjuist

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Koala's | eten | geen | vlees.

1. juist
2. onjuist

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Over | een paar jaar | heeft | iedereen | een smartwatch.

1. juist
2. onjuist

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Ons team | won | gisteren | een belangrijke sportprijs.

1. juist
2. onjuist

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Ik | wil | dat | niet.

1. juist
2. onjuist

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Heeft | Hans | Mira | naar | het kinderdagverblijf | gebracht?

1. juist
2. onjuist

Nu ga je zelf in zinsdelen verdelen.

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

Maya vergat haar boeken op school.

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

Rosa maakt een mooie tekening.

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

In de lente bouwen vogels een nest.

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

Op de parkeerplaats controleert de politie de vrachtwagens.

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

Mijn opa gaat op de negende verdieping wonen.

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

De kinderen hebben honger.

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

Wij zulle de boeken betalen.

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

Wil je een boterham met hagelslag?

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin ?

Morgane fietst.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin ?

We maakten vandaag ons schoolwerk.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin ?

Slaap jij morgen tot 10 uur ?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin ?

Het ontbijt is om 9u.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin ?

Komen jullie vanavond naar het feest?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin ?

Vanmiddag verkocht Rosa haar kleding op de gezellige markt.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Ik kan nu een zin goed in zinsdelen verdelen.

1. ja
2. met hulp
3. soms
4. snap er niks van