gramm opdr 1, 4, 6, (SLR)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Grammatica blok 5

lesdoelen: 

Aan het einde van deze les:

- weet je of er WEL of GEEN LV in de zin staat.

- herhaal je het verdelen in zinsdelen

- herhaal je pv, wwg, ond 

Zinsontleding: herhaling

1. Zoek de persoonsvorm

(zin vragend maken / tijdproef)

2. Zoek het wwg

(alle werkwoorden in de zin bij elkaar zetten)

3. zoek het onderwerp

(vraag: wie/wat + wwg)

4. Zoek het lijdend voorwerp

(vraag: wie/wat + wwg + onderwerp)

een voorbeeld:

Mijn vader repareert vanmiddag mijn lekke band. 

PV = repareert

wwg = repareert

OND = (wie repareert?)  Mijn vader

LV = (wat repareert mijn vader?) mijn lekke band

Nu ga je zelf even oefenen.

verdelen in zinsdelen

Mijn zus vertelt een grappig verhaal. 

PV = vertelt

WWG = vertelt

OND = (wie vertelt?) mijn zus

LV = (wat vertelt mijn zus?) een grappig verhaal

Zet streepjes tussen de zinsdelen :

Mijn zus / vertelt / een grappig verhaal. 

WEL of GEEN LV?

Victor loopt twee uur.

PV = loopt

WWG = loopt

OND = (wie loopt?) Victor 

LV = (wat loopt Victor?)            ???

WEL of GEEN LV?

Victor loopt twee uur.

LV = (wat loopt Victor?)            ???

Het zinsdeel 'twee uur' geeft antwoord op de vraag HOELANG ? Dat is niet de vraag die  je stelt als je het LV zoekt. 

Twee uur is dus geen lijdend voorwerp.

Filmpje

In de volgende slide staat een filmpje

waarin nog een keer uitgelegd wordt wanneer er wel of geen lijdend voorwerp in de zin staat. 

Er zit ALTIJD een lijdend voorwerp in een zin.

1. Waar
2. Niet waar

WEL of GEEN LV?

Zinsdelen die hoeveelheden (maten, gewichten, afstanden)

 vb. een vierkante meter, honderd gram, 94 kilometer 

zijn NOOIT lijdend voorwerp.

-> dat gaan we nu oefenen

Wat is het LV of is er geen?

Sean heeft vandaag een half uur geleerd.

1. Sean
2. een half uur
3. er is geen LV
4. geleerd

Wat is het LV of is er geen?

Leen je haar je rekenmachine?

1. Leen
2. je
3. er is geen LV
4. je rekenmachine

Wat is het LV of is er geen?

De winkelier pakt voor mij het cadeau in.

1. de winkelier
2. pakt in
3. er is geen LV
4. het cadeau

Wat is het LV of is er geen?

Onverwacht viel de stroom uit.

1. onverwacht
2. viel
3. er is geen LV
4. de stroom

Wat is het LV of is er geen?

Chantal eet elke dag een banaan

1. een banaan
2. eet
3. er is geen LV
4. elke dag

Wat is het LV of is er geen?

Hebben jullie tien kilometer gefietst?

1. hebben
2. jullie
3. er is geen LV
4. 10 kilometer

In zinsdelen verdelen

Zijn de volgende zinnen juist in zinsdelen verdeeld?

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
De jonge held | kreeg | een onderscheiding.

1. juist
2. onjuist

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Koala's | eten | geen | vlees.

1. juist
2. onjuist

Nu jij zelf!

Verdeel de zinnen in zinsdelen. 

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

Stofzuig jij de huiskamer even ?

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

De buren vermijden het contact met ons.

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

De kinderen hebben dorst.

SO ALERT!!

Noteer het SO  in je agenda. 

Het komt ook in Magister te staan. 

Leer: blz 213-220

Er is ook een leerblad

Huiswerk voor de volgende les op volgende slide!

Huiswerk

maak opdracht 1 , 4, 6, 7 

blz 213-216

Doe precies wat er staat. (Dus als er staat dat je de zin moet overschrijven, dan moet je dat ook doen.) 

Heb je nog vragen ? Is er iets waar je extra uitleg over wil ?

Goed gewerkt vandaag!