Spelling d/t

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slide and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

Wat is de persoonsvorm?
A
De persoonsvorm
B
is
C
altijd
D
een werkwoord

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Video

Hij heeft te veel tijd aan zijn hobby’s besteed, waardoor hij zijn studie heeft verwaarloos... (verwaarlozen)

A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 5 - Quiz

Ik geloof niets van wat je me daar vertel... (vertellen)

A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 6 - Quiz

Het (gebeuren) niet zo vaak.

A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 7 - Quiz

Het is gewoon te vaak (gebeuren)
A
dt
B
de
C
d
D
t

Slide 8 - Quiz

Omdat hij zo verbaas_ reageerde, begon ik aan mijn verklaring te twijfelen.
A
d
B
t
C
dt

Slide 9 - Quiz

Zij gaan ervan uit dat het een succes wor_.
A
d
B
t
C
dt

Slide 10 - Quiz

Vin_ je dat niet heel erg tegenvallen?
A
d
B
t
C
dt

Slide 11 - Quiz

Die kans wor_ je maar één keer geboden.
A
d
B
t
C
dt

Slide 12 - Quiz

Omdat hij het ons al tijden geleden beloof_ had, kwam hij ons helpen.
A
d
B
t
C
dt

Slide 13 - Quiz

Wat zijn de drie tegenwoordige tijdregels?

Slide 14 - Open question

Noem twee manieren om de persoonsvorm te vinden

Slide 15 - Open question