Les 53

KERN les 53
Hoe weet je wanneer een werkwoordsvorm op een –t of op een –d eindigt?

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

KERN les 53
Hoe weet je wanneer een werkwoordsvorm op een –t of op een –d eindigt?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Het voltooid deelwoord
is NOOIT de persoonsvorm!
A
Waar!
B
Niet waar!

Slide 7 - Quiz

Wij bellen de dokter.
Is bellen een persoonsvorm of een voltooid deelwoord?
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 8 - Quiz

Is 'heeft' een persoonsvorm of een voltooid deelwoord?

De jongen heeft een rondje gelopen.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 9 - Quiz

Is 'gelopen' een persoonsvorm of een voltooid deelwoord?

De jongen heeft een rondje gelopen.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 10 - Quiz

De fotograaf heeft die onderscheiding wel ......
A
verdient
B
verdiend

Slide 11 - Quiz

Mama ...... dat kind.
A
verwent
B
verwend

Slide 12 - Quiz

De president heeft daar zeker iets mee ......
A
bedoelt
B
bedoeld

Slide 13 - Quiz

Aaron ...... die sporttrofee zeker!
A
verdient
B
verdiend

Slide 14 - Quiz

Het ...... vaak dat smartphone gebruikers oversteken zonder te kijken.
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 15 - Quiz

Vin_ je dat niet heel erg tegenvallen?
A
d
B
t
C
dt

Slide 16 - Quiz

Wie zich goed voorberei_, voelt zich meestal een stuk zekerder.
A
d
B
t
C
dt

Slide 17 - Quiz

Zij gaan ervan uit dat het een succes wor_.
A
d
B
t
C
dt

Slide 18 - Quiz