This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
aanwijzend vnw.
describir personas
Miércoles, 31 de mayo
Slide 1 - Slide
SO bespreken
Slide 2 - Slide
Noteer in je agenda
Woensdag 7 juni
leren: woordjes 3.1
Plan 4 leermomenten in.
Slide 3 - Slide
A refrescar...
Leerdoel: pretérito imperfecto
Slide 4 - Slide
Aanwijzend voornaamwoord in het Spaans.
aquí
ahí
allí
afstand
tot
spreker
enkelvoud
meervoud
mannelijk
vrouwelijk
este
ese
aquel
esta
esa
aquella
estos
esos
aquellos
estas
esas
aquellas
mannelijk
vrouwelijk
Slide 5 - Slide
Afstand tot de spreker
Slide 6 - Slide
Waar moet je op letten:
Het aanwijzend voornaamwoord richt zich naar het zelfstandig naamwoord wat erachter staat. Is dit vrouwelijk of meervoud, dan verandert het dus. Vb: este libro, esta casa, estos libros, estas casas
Let goed op of de volgende woorden in de zin staan: aquí (hier), ahí (daar),allí (daarginds, ver weg). Hieraan kan je zien welk aanwijzend vnw. je moet gebruiken.
esto/eso/aquello gebruik je als je niet naar een specifiek zelfstandig naamwoord verwijs. Het wordt dus algemeen gebruikt. ¿Qué es eso? Wat is dat?
Slide 7 - Slide
aanwijzend vnw --> stappenplan
stap 1: zoek in de zin aquí, ahí of allí
stap 2:is het woord mannelijk of vrouwelijk?
stap 3: staat het woord in enkelvoud of meervoud?
stap 4: kijk in het schema welk aanwijzend vnw. je moet gebruiken. (schema pag. 40)
Slide 8 - Slide
________ falda aquí es muy bonita.
A
esta
B
ese
C
aquella
D
este
Slide 9 - Quiz
_________ chicos allí son mis compañeros de clase.
A
esas
B
esos
C
aquellos
D
aquellas
Slide 10 - Quiz
__________ casa allí me gusta mucho.
A
este
B
esa
C
aquella
D
aquel
Slide 11 - Quiz
¿De quién son _________ libros de ahí?
A
aquellos
B
esos
C
aquellas
D
esas
Slide 12 - Quiz
________ libros que están en la mesa aquí son de Javi.