Oefentoets politiek

Oefentoets politiek
1 / 19
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Oefentoets politiek

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 1: 
WAT IS MAATSCHAPPIJLEER?

6 vragen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

1. Leg in één zin uit waar maatschappijleer over gaat.


Slide 3 - Open question

This item has no instructions

2. Op het strand gooi je een leeg blikje in de afvalbak.
Streep hieronder het onjuiste woord door en vul de zin aan.
Dit is een GEDRAGSREGEL / WET, want …

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

3. Iedereen in de samenleving heeft bindingen met andere mensen.
a. Leg uit wat een gevoelsbinding is en geef een voorbeeld.
b. Leg uit wat een politieke binding is en geef een voorbeeld.

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

4. Iedereen in de samenleving heeft bindingen met andere mensen.
a. Leg uit wat een economische binding is en geef een voorbeeld.
b. Leg uit wat een kennisbinding is en geef een voorbeeld.

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

5. Leg uit dat rond grote maatschappelijke problemen soms polarisatie ontstaat.


Slide 7 - Open question

This item has no instructions

6. Wat hebben de begrippen ‘wij-gevoel’ en ‘sociale cohesie’ met elkaar te maken

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Hoofdstuk 3: 
Politiek

8 vragen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

POLITIEK LINKS
POLITIEK RECHTS

“De bonussen voor topmanagers zijn een schande!”
“Gezondheidszorg moet door bedrijven worden geregeld, niet door de overheid.”
“Mensen die fraude plegen met hun uitkering moeten we harder aanpakken.”
“We moeten de eerste klas in de trein afschaffen. Zo zijn er meer betaalbare zitplaatsen.”

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Zet de stappen voor het maken van een wet in de goede volgorde.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Stap 7
Stap 8
Er is een maatschappelijk probleem.
Een Tweede Kamerlid of minister  maakt een wetsvoorstel.
De Tweede Kamer debatteert over het voorstel.
De Tweede Kamer stemt over het voorstel.
De Eerste Kamer stemt over het voorstel.
De koning en minister ondertekenen de wet.
Publicatie wet op officielebekendmakingen.nl.
De Tweede Kamer maakt aanpassingen in het wetsvoorstel.

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

recht om ministers ter verantwoording te roepen
2de kamer mag een wetsvoorstel aanpassen.
Een Kamerlid stelt de minister van Defensie vragen over de helmen van militairen.
De Kamerleden kijken naar een wetsvoorstel van een Minister of Kamerlid. Deze keuren ze goed of af
Stemrecht
recht van interpellatie

Vragenrecht
recht van amendement 

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

10. Bij een indirecte democratie:
A
kiest de bevolking politici die voor hen besluiten nemen
B
stemt de bevolking zelf over elk besluit.
C
kiest de bevolking in een referendum de volksvertegenwoordigers.
D
nemen de kiezers en de volksvertegenwoordigers samen in een referendum de besluiten.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

11. Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. De hoofdtaken van het parlement zijn (mede)wetgeving en het controleren van het kabinet.
2. De Tweede Kamer mag een wetsvoorstel van een minister veranderen.

A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

De leden van de Provinciale Staten kiezen:
A
de leden van de Eerste Kamer
B
de ministers van de regering
C
de burgemeesters van de gemeenten in de provincie
D
het parlement.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Democratie vs Dictatuur
Democratie
Dictatuur
De grondwet is buiten werking; mensenrechten gelden (tijdelijk) niet meer.
De regering blokkeert de sociale media op internet.
De bestuurders zijn via eerlijke verkiezingen aan de macht gekomen.
De regering controleert de kranten.
Eén persoon of groep heeft alle macht in handen
Er is vrijheid van meningsuiting.
Rechters beloven dat zij de regering zullen steunen

Slide 16 - Drag question

Deze interactieve opdracht laat leerlingen individueel kenmerken van een democratie en dictatuur sorteren.

Bespreek de antwoorden. Sta stil bij de verschillende kenmerken van een democratie en dictatuur.

De NAVO is een militair bondgenootschap.
a. Leg uit wat een militair bondgenootschap is.
b. Wie nemen er deel aan de NAVO?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Wat is de EU?
A
Een Europees militair bondgenootschap.
B
Een mensenrechtenorganisatie
C
Een samenwerkingsverband van Europese lidstaten
D
Het grootste parlement van Europa.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

15. Wat is het hoofddoel van de VN?
A
Natuurrampen voorkomen.
B
De milieuvervuiling bestrijden
C
Oorlogen in de toekomst voorkomen.
D
De internationale criminaliteit bestrijden

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions