Thema 2 B6 Gedrag bij mensen

Thema 8 

Waarneming en gedrag


B6
Gedrag bij mensen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 8 

Waarneming en gedrag


B6
Gedrag bij mensen

Slide 1 - Slide

Streep maar af...:-)

Zucht…                                                                                                                  Waarom moet ik dat ALTIJD doen!
Jahaaa, ik heb je wel gehoord!                                                                  Hoezo is 180 euro voor een trui te duur?
Als jullie maar niet raar gaan doen…                                                       Mam, overdrijf niet zo…
Hoezoooo?                                                                                                          Heb je mijn … al gewassen?
Nou, dan geloof je me toch niet…                                                             Doe nou niet meteen zo boos…
Weet jij waar mijn … is?                                                                                  Maar ik gebruik hem als wekker!
Jahaaaa….                                                                                                            Mag ik de … ik kan er net niet bij.
Ik kan er toch ook niets aan doen!                                                            Rollende ogen
Hè? Huh? Watte?                                                                                               Doe maar niet mam.
Is er nog iets te eten?                                                                                     Kan je me niet brengen?
Ik moet een nieuwe geodriehoek .                                                            Wat eten we? Getver!
Doe ik straks.                                                                                                       Ik kom heus niet te laat.
O, vergeten…
 








































































Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Hoeveel procent score had je?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

Lesprogramma B6
  • Leerdoelen B5 Gedrag bij dieren (2m)
  • Uitleg B6 Reageren op prikkels (5m)
  • Zelfstandig opdracht 66 en 67 maken (max. 5m)
  • Uitleg B6 Deel 2 (20m)
  • Opdracht 68 t/m 73 maken (max. 10m)
  • Oefen de Flitskaarten en maak Test Jezelf als laatste (5m) + Lesafsluiter B6 (5m)

Eerder klaar? 
  • Neem context Wetenschap 'De wetenschap achter kopen' en 
      maak opdracht 62 t/m 65

Slide 6 - Slide

Leerdoel B6

8.6.1 Je kunt aan de hand van een context toelichten wat de overeenkomsten en 
verschillen zijn tussen gedrag bij mensen en dieren




Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Reageren op prikkels
  • Net als dieren interne en externe prikkels
  •  Interne prikkels geven informatie voor motivatie
  • Externe prikkels bepalen of gedrag wel of niet plaatsvindt.
  • Mensen zijn ook gevoelig voor sleutelprikkels
  • Door sleutelprikkels extra te benadrukken, werken ze als supranormale prikkels
  • Respons gebaseerd op erfelijke informatie
  • Respons minder voorspelbaar

Slide 9 - Slide

Reclame
Ook de reclamewereld maakt gebruik van deze sleutelprikkels om bij ons koopgedrag uit te lokken.
Reclame van Axe: Hoe meer sprayed hoe aantrekkelijker voor vrouwen je wordt
Fa douchegel: Je wordt een aantrekkelijke vrouw als je douched met Fa
Page: De puppy met een hoog schattigheidsgehalte inclusief aaibaarheidsfactor moet aangeven dat dit wcpapier heel zacht is. De puppy moet dit gedrag uitlokken.

Slide 10 - Slide

Supranormaal!

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Aangeboren of aangeleerd
  • Onbewuste signalen zoals geluidjes maken, oogcontacten lichamelijk contact ouder-kind zijn op elkaar afgestemd
  • Sociale ontwikkeling mogelijk
  • Leerprocessen 

Blinde kinderen vertonen bijvoorbeeld dezelfde uitdrukkingen bij boosheid, blijdschap, etc.
Eigenschappen zoals de emoties in onze gelaatsuitdrukkingen en zuiggedrag bij baby's.

Slide 13 - Slide

Dopamine
  • Dopamine geeft een geluksgevoel. Bij dieren en bij mensen kan door beloning het meest uiteenlopende gedrag worden aangeleerd. Maar andersom geldt ook dat de frequentie van het aangeleerde gedrag afneemt als de beloning uitblijft.

  • Mensen kunnen echter er voor kiezen om hun gedrag niet te laten beïnvloeden door een aangeboden beloning.

  • Dopamine zorgt er bijvoorbeeld voor dat het moeilijk 
       is om van je telefoon af te blijven om spelletjes te spelen 
       of sociale media te bekijken.

Slide 14 - Slide

Mens en chimpansee

Slide 15 - Slide

Sociaal gedrag
  • Meer leervermogen: de neiging tot gedragsverandering
  • Belangrijk voor de mens om zich te kunnen aanpassen aan zijn omgeving én de omgeving aan te passen aan hen.
  • Meer uitdrukkingsmogelijkheden
  • Mensen zijn in staat tot spreken, mensapen niet
  • Belangrijke factor in kennisoverdracht is taal
  • Symbooltaal voordelen t.o.v. signaaltaal

Slide 16 - Slide

Sociaal gedrag (2)
  • Inlevingsvermogen (empathie): door werking van onze hersenen kunnen we bewust zijn van de situatie, gedachten en emoties van anderen en jezelf, en hiervan een beeld vormen
  • Bij medeleven en competitie
  • Ook bij diverse diersoorten: apen, olifanten en prairiewoelmuizen

Slide 17 - Slide

Cultuur
  • Mensen zijn zich moreel bewust en nadenken over hun gedrag en hun gedrag en dat van anderen beoordelen
  • Normen: gedragsregels             "Gij zult niet stelen!"
  • Waarden: uitgangspunten             eerlijkheid, respect, rechtvaardig
  • Normen zijn gebaseerd op waarden
  • Ook dieren hebben een moreel bewustzijn.
  • Gelijke behandeling en rechtvaardigheid speelt ook bij apen een rol

Slide 18 - Slide

Culturen
  • Gedragsregels kunnen in een groep door individuen worden overgedragen naar nieuwe individuen.
  • Bij mensen is dit een belangrijk aspect van cultuur
  • Je leert van je directe omgeving: familie of school.
  • Maar je leert ook alle regels en gebruiken van maatschappij waartoe je hoort
  • Je gaat je gedragen naar deze cultuur

Slide 19 - Slide

Rolgedrag en 
rolpatronen
  • Rolpatroon: gedrag dat bij een bepaalde rol hoort
  • Rolgedrag: Hoe iemand zich volgens 
      anderen in bepaalde situaties 
      moet gedragen
  • Iemand die rolgedrag vertoont, voldoet aan het rolpatroon
  • Deze rolpatronen kunnen ook veranderen.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Door de vrouwenemancipatie zijn de rolpatronen in veel gezinnen veranderd.
a. Hoe waren vóór de emancipatie meestal de rolpatronen in een gezin?
b. Hoe zien de rolpatronen er in veel gezinnen na de vrouwenemancipatie uit?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Video

Huiswerk
  • Maak opdracht 68 t/m 73

  • Oefen de Flitskaarten en controleer de leerdoelen 
van B6 met de Test Jezelf

Klaar?
maak opdracht 74 t/m 76

Slide 24 - Slide

Lesafsluiter B5
8.5.1 Je kunt de functie van verschillende vormen van sociaal gedrag uitleggen en
aangeven hoe dit gedrag de overlevingskansen van organismen beïnvloedt.

8.5.2 Je kunt uitleggen hoe sociaal gedrag evolueert.






Slide 25 - Slide

Wat is een voorbeeld van aangeboren gedrag?
A
Een kind strikt de schoenveters nadat zijn ouders hem dat opdragen
B
Een konijn duikt zijn holletje in bij het zien van een vos
C
Een pasgeboren vogeltje opent zijn bek om aan te geven honger te hebben
D
Een man zwaait naar de buurvrouw die langsloopt

Slide 26 - Quiz

Is dit aangeleerd of aangeboren gedrag?
A
Aangeleerd
B
Aangeboren

Slide 27 - Quiz

Wat is een voorbeeld van aangeboren gedrag
A
Een hond komt terug wanneer je hem roept
B
Kunnen schrijven
C
Een baby huilt wanneer hij honger heeft
D
Als de bel gaat pakken jullie je spullen in

Slide 28 - Quiz

Welke is aangeleerd gedrag?
A
Alleen plaatje 1
B
Alleen plaatje 2
C
Geen van beide plaatjes
D
Allebei de plaatjes

Slide 29 - Quiz

Gapen in de baarmoeder
A
aangeleerd
B
aangeboren

Slide 30 - Quiz

Welke twee vermogens spelen bij mensen een grotere rol dan bij dieren?

Slide 31 - Open question

2 extra oefentoetsen over B3 t/m6
Eventueel kun je daarnaast nog de twee oefenexamens maken op:
www.biologiepagina.nl

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Link

Hoeveel procent score had je?

Slide 34 - Open question

Slide 35 - Link

Hoeveel procent score had je?

Slide 36 - Open question