verwarmingstechniek themales 1 - bladzijde 1 t/m 16

Basisles: Leidingen voor Verwarmingssystemen
Lesboek  verwarmingstechniek-C18 bladzijde 41 t/m 60
Learnbeat opdracht 2.5 A t/m 2.10 J
1 / 23
next
Slide 1: Slide
InstallatietechniekMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides.

Items in this lesson

Basisles: Leidingen voor Verwarmingssystemen
Lesboek  verwarmingstechniek-C18 bladzijde 41 t/m 60
Learnbeat opdracht 2.5 A t/m 2.10 J

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Kennis genomen van leidingmaterialen 
Inleiding
Leidingen zijn een cruciaal onderdeel van verwarmingssystemen. Ze transporteren verwarmd water of stoom van de ketel naar de radiatoren en andere warmteafgiftepunten in een gebouw. Er zijn verschillende materialen die gebruikt kunnen worden voor leidingen in verwarmingssystemen, elk met hun eigen voor- en nadelen.

Slide 2 - Slide

Veelgebruikte Leidingmaterialen
Koper
Voordelen:
Goede warmtegeleiding.
Corrosiebestendig.
Flexibel en gemakkelijk te installeren.
Nadelen:
Duurder dan andere materialen.
Kan corroderen in zuur water.

Slide 3 - Slide

Veelgebruikte Leidingmaterialen
Staal
Voordelen:
Zeer sterk en duurzaam.
Geschikt voor hoge druk en temperatuur.


Nadelen:
Kan corroderen als het niet goed beschermd is.
Zwaarder en moeilijker te installeren dan andere materialen.

Slide 4 - Slide

Veelgebruikte Leidingmaterialen
Kunststof (bijv. PEX, PB)
Voordelen:
Flexibel en gemakkelijk te installeren.
Corrosiebestendig.
Goedkoper dan koper en staal.


Nadelen:
Minder geschikt voor zeer hoge temperaturen.
Kan na verloop van tijd verslechteren bij blootstelling aan UV-licht.

Slide 5 - Slide

Veelgebruikte Leidingmaterialen
RVS (Roestvast staal)
Voordelen:
Zeer corrosiebestendig.


Duurzaam en sterk.
Nadelen:
Duurder dan andere materialen.
Moeilijker te bewerken en installeren.

Slide 6 - Slide

Conclusie
Het kiezen van het juiste leidingmateriaal voor een verwarmingssysteem hangt af van verschillende factoren, waaronder de toepassing, kosten, installatiegemak en duurzaamheid. Door de juiste materialen te kiezen en goed onderhoud te plegen, kan een efficiënt en betrouwbaar verwarmingssysteem worden gegarandeerd

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

radiatoren 
• paneelradiatoren
• ledenradiatoren;
• buisradiatoren;
• designradiatoren.





Haaks aan deze buizen zitten veel lamellen waar de warmte van het cv-water naar toe wordt geleid.
Via convectie wordt deze warmte aan de omgeving af gestaan.
Omdat de stroming van warme lucht moet worden begeleid zijn de convectoren voorzien van een mantel.
De mantel geeft een mini schoorsteen effect waarbij:
• warme lucht boven uitstroomt en
• koude lucht onder wordt aangezogen.
De lucht wordt zo langs de lamellen geleid.
Dan bestaan er nog vele bijzondere uitvoeringen.
 


















Slide 9 - Slide

convectoren 
• ribbenbuisconvectoren;
• spirobuisconvectoren;
• plint- of vloerconvectoren.





Haaks aan deze buizen zitten veel lamellen waar de warmte van het cv-water naar toe wordt geleid.
Via convectie wordt deze warmte aan de omgeving af gestaan.
Omdat de stroming van warme lucht moet worden begeleid zijn de convectoren voorzien van een mantel.
De mantel geeft een mini schoorsteen effect waarbij:
• warme lucht boven uitstroomt en
• koude lucht onder wordt aangezogen.
De lucht wordt zo langs de lamellen geleid.
Dan bestaan er nog vele bijzondere uitvoeringen.
 


















Slide 10 - Slide

BENG
Bijna Energie Neutrale Gebouwen

Het Bouwbesluit eist energiezuinigheid van nieuwe gebouwen,

Sinds 1 januari 2021 gelden er nieuwe energieprestatie-eisen voor nieuwbouw, 

doel: terugdringen de CO2-uitstoot van nieuwe gebouwen

Slide 11 - Slide

BENG vs warmteverliesberekening
BENG geeft het energieverbruik van een woning aan in een Prestatie coëfficiënt.


Warmteverliesberekening geeft aan hoeveel het te installeren vermogen per vertrek en het totale gebouw moet zijn.

Slide 12 - Slide

Hoe gaan we verwarmen?
Belangrijkste bron voor opwekking van warmte is in Nederland nog steeds aardgas.

Het verbrande aardgas geeft zijn warmte af via 
lokale of centrale verwarming




Slide 13 - Slide

Hoe gaan we verwarmen
Lokale verwarming:
Gashaard, gevelkachel, luchtverwarmer (heater)
(Warmte transport via convectie en straling)

Centrale verwarming:
CV ketel, warmtepomp, luchtverwarming
(Warmte transport via water of lucht naar ruimtes)



Slide 14 - Slide

warmte transport via water / lucht?
De hoeveelheid energie die water of lucht kan transporteren wordt bepaald door de soortelijke warmte (c)

Cwater = 4,2 KJ/(Kg.K)

Clucht = 1 KJ/(Kg.K)

Conclusie?



Slide 15 - Slide

warmte transport via water / lucht?
De hoeveelheid energie die water of lucht kan transporteren wordt bepaald door de soortelijke warmte (c)

Cwater = 4,2 KJ/(Kg.K)

Clucht = 1 KJ/(Kg.K)

Conclusie: Water kan ruim 4x zo veel warmte transporteren per kg



Slide 16 - Slide

formule voor vermogen (Power)
P = qv x ρ x c x ΔT 

P = vermogen - Kw of Kj/s
qv = volumestroom - dm3/sec
ρ = soortelijke massa - kg / dm3
c = soortelijke warmte - kj / kg*k
   ΔT = temperatuur verschil - K 

Slide 17 - Slide

P = qv x ρ x c x ΔT
Voorbeeld: Voor het verwarmen van een ruimte is 2000 watt nodig, de CV ketel heeft een aanvoer temperatuur van 90 en een retour temperatuur van 70, hoeveel “water” is hiervoor nodig ?







Cwater = 4,2 KJ/(Kg.K)                        ρ water = 1 kg/dm³
P = 2000 watt = 2 Kw = 2 KJ/s          ΔT = 90 – 70 = 20 K
qv = ?

Slide 18 - Slide

P = qv x ρ x c x ΔT

     Cwater = 4,2 KJ/(Kg.K)                                     ρ water = 1 kg/dm³ 
    P = 2000 watt = 2 Kw = 2 KJ/s                        ΔT = 90 – 70 = 20K 

2 KJ/s = qv x 1 kg/dm³ x 4,2 KJ/(Kg.K) x 20 K
qv = 2 KJ/s : 1 kg/dm³ x 4,2 KJ/(Kg.K) x 20 K
qv = 2 : 84 = 0,0238 dm³/s


Slide 19 - Slide

Welke diameter buis?
Als de juiste hoeveelheid water bekend is, kan aan de hand hiervan de juiste leidingdiameter bepaald worden, rekening houdend met drukverlies en stroomsnelheid.



Wij hadden berekend 0,0238 dm³/s

Slide 20 - Slide

welke diameter buis?
Hoe kleiner de diameter:
• hoe hoger de stroomsnelheid;
• hoe hoger de weerstand en
• hoe meer geluid.


Daar tegenover staat: hoe groter de diameter hoe duurder de buis.


De maximale snelheid van cv-water door buizen is 0,5 m/s om geluidsoverlast te voorkomen.

Slide 21 - Slide

conclusie

stap 1: hoeveel warmte is er nodig? (warmteverliesberekening)

stap 2: hoe gaan we verwarmen? (lokaal, centraal, water, lucht)

stap 3: wat voor verwarmingslichamen? (radiatoren, convectoren, vloerverw.)

stap 4: welke leidingdiameter hoort hierbij?

Slide 22 - Slide

Deze week lezen en maken:
Lesboek verwarmingstechniek C18- bladzijde 1 t/m 16
Learnbeat opdracht 2.1A t/m 2.2H

de lesstof op bladzijde 11 t/m 16 is erg pittig!
deze is ter info, niet om uit je hoofd te leren

Slide 23 - Slide