M&M thema 5, blok 3 Voorzieningen.

Blok 3: Voorzieningen.
Wat gaan we doen:
* Quizje
* Zelf ontdekken waar blok 3 over gaat.
* Blok 3 bespreken
* Opdrachten maken.
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Mens en maatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Blok 3: Voorzieningen.
Wat gaan we doen:
* Quizje
* Zelf ontdekken waar blok 3 over gaat.
* Blok 3 bespreken
* Opdrachten maken.

Slide 1 - Slide

Hanzestad?

Slide 2 - Mind map

Stelling: Iedere ambacht heeft een eigen Gilde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Stelling: Mirjam is een forens, want zij woont en werkt in Arnhem.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Blok 3:  Voorzieningen.
Begrippen:
* Wat zijn voorzieningen?
* Publieke en (niet)commerciële voorzieningen
* Dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen.

Slide 5 - Slide

Naar school of de Efteling?
Waarom een directeur van een basisschool blij is met 250 leerlingen en de directeur van de Efteling niet blij is met 250 bezoekers op een dag .

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Welk begrip en schaalniveau zijn van toepassing op de afbeelding?
A
Verstedelijking - Nationale schaal
B
Regionale ongelijkheid - Nationale schaal
C
Regionale ongelijkheid - Lokale schaal
D
Industrialisatie - Nationale schaal

Slide 9 - Quiz

Wat is mondiaal
A
Wereldwijd
B
Een werelddeel
C
Landelijk
D
Een provincie

Slide 10 - Quiz

Welk schaalniveau wordt hier afgebeeld?
A
Lokale schaal
B
Regionale schaal
C
Nationale schaal
D
Continentale schaal

Slide 11 - Quiz

Welk schaalniveau wordt hier afgebeeld?
A
Lokale schaal
B
Regionale schaal
C
Nationale schaal
D
Continentale schaal

Slide 12 - Quiz


A
Lokale schaal
B
Nationale schaal
C
Regionale schaal
D
Mondiale schaal

Slide 13 - Quiz

Op welke schaal is deze kaart ook al weer?
A
Lokale schaal
B
Regionale schaal
C
Continentale schaal
D
Mondiale schaal

Slide 14 - Quiz

Voorzieningen

Slide 15 - Slide

Voorzieningen
  • Voorzieningen die je (bijna) dagelijks gebruikt zijn dagelijkse voorzieningen = de supermarkt, school, de bakker etc. 

  • Voorzieningen die je weinig of minder vaak gebruikt zijn niet-dagelijkse voorzieningen = de bioscoop, het zwembad, de kapper, schoenwinkels etc

Slide 16 - Slide

Drie soorten voorzieningen
Publieke voorzieningen: betaald van belastinggeld (ziekenhuis, school)
Commerciële voorzieningen: bedrijven (winkels, supermarkt)
Non-profit (geen winst): Vrijwilligersorganisaties
Daarnaast:
Dagelijkse en niet-dagelijkse
voorzieningen

Slide 17 - Slide

De trein is een niet dagelijkse voorziening.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

In een dorp heb je voornamelijk..
A
Dagelijkse voorzieningen
B
Niet-dagelijkse voorzieningen

Slide 19 - Quiz


A
dagelijkse voorziening
B
niet-dagelijkse voorziening

Slide 20 - Quiz

Schiphol is een dagelijkse voorziening.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Vraag 3: Wat is een voorbeeld van een dagelijkse voorziening?
A
schoenenwinkel
B
supermarkt
C
meubelzaak
D
museum

Slide 22 - Quiz


A
Publieke voorzieningen
B
Commerciële voorzieningen

Slide 23 - Quiz


A
Publieke voorzieningen
B
Commerciële voorzieningen

Slide 24 - Quiz


A
Publieke voorzieningen
B
Commerciële voorzieningen

Slide 25 - Quiz


A
Publieke voorzieningen
B
Commerciële voorzieningen

Slide 26 - Quiz

Bevolkingsgroei
  • Natuurlijke bevolkingsgroei = de bevolkingsgroei door geboorte en sterfte


  • Sociale bevolkingsgroei = de bevolkingsgroei door migratie

Slide 27 - Slide

Bevolkingsgroei:
Natuurlijke bevolkingsgroei:
Geboorte-sterfte 

Sociale bevolkingsgroei:
immigratie-emigratie

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

Wat hoort bij natuurlijke bevolkingsgroei?
A
immigranten en emigranten
B
vestigingsoverschot
C
geboortecijfer en sterftecijfer
D
geboorteoverschot

Slide 30 - Quiz

Natuurlijke bevolkingsgroei is
A
Geboorte - sterfte
B
Geboorte + sterfte
C
Sterfte - geboorte
D
Sterfte + geboorte

Slide 31 - Quiz

Aan het werk
Blok 3: Voorzieningen
Opdr. 1 - 17

Slide 32 - Slide