Scholen worstelen nog met schermpjes in de klas - leesvaardigheid

Lees de tekst en markeer de kernzinnen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lees de tekst en markeer de kernzinnen

Slide 1 - Slide

Hoe wordt de tekst
vooral ingeleid in alinea’s 1, 2 en 3 samen?
A
door een samenvatting van de tekst
B
door een voorbeeld bij het onderwerp
C
door een waarschuwing bij het onderwerp
D
door het centrale probleem van de tekst te noemen

Slide 2 - Quiz

In alinea 3 zegt Geurts dat leerlingen sinds de invoering van de telefoontas actiever zijn en meer aandacht voor de les hebben. Citeer de zin uit alinea 1, 2 of 3 waarin hiervoor bewijs wordt gegeven.

Slide 3 - Open question



In alinea 5 komt leerling Rixte aan het woord.
Welk probleem maakt de schrijver met het voorbeeld van Rixte vooral duidelijk?
A
dat de afleiding van de telefoon of iPad tijdens de les wel meevalt.
B
dat de leraar meer rond moet lopen tijdens de les om te controleren
C
dat je tijdens de les snel andere dingen kunt doen op digitale apparaten.
D
dat leerlingen in de les graag gebruikmaken van Snapchat en Instagram

Slide 4 - Quiz

Welke uitspraak over alinea 6 is waar?
Als mensen twee informatieverwerkende processen tegelijkertijd uitvoeren,
A
dan doen ze dat langzamer en minder goed.
B
dan verliezen ze geen snelheid of nauwkeurigheid.

Slide 5 - Quiz

Wat is het verband tussen alinea 7 en de laatste zin van alinea 6?
A
Alinea 7 en de laatste zin van alinea 6 vormen een opsomming
B
Alinea 7 en de laatste zin van alinea 6 vormen een tegenstelling.
C
Alinea 7 geeft de gevolgen bij de laatste zin van alinea 6.
D
Alinea 7 geeft een uitleg bij de laatste zin van alinea 6

Slide 6 - Quiz

Je leert sneller als je intussen ook af en toe een Facebookberichtje leest
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Dronken mensen veroorzaakten in het onderzoek meer ongelukken dan bellende mensen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

In alinea 13 schetst Van Domselaar twee uitersten als het om technologie
in het klaslokaal gaat. Welke twee?

Slide 9 - Open question

Wat is een belangrijke conclusie van deze tekst?
Scholen hebben moeite met het gebruik van digitale apparaten in de klas
A
en kiezen dan ook voor een verbod daarvan in het lokaal.
B
en vinden dat de docenten hier zelf strenger tegen moeten optreden
C
maar hebben een mogelijke oplossing gevonden in de telefoontas
D
maar hebben de oplossing gevonden in de telefoontas.

Slide 10 - Quiz

Moet de telefoon in de klas verboden worden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Geef een argument waarom de telefoon in de klas wel of niet verboden moet worden.

Slide 12 - Open question