Hoe wordt de tekst ‘Scholen worstelen nog met schermpjes in de klas’ vooral ingeleid in alinea’s 1, 2 en 3 samen?
A
samenvatting
B
voorbeeld
C
waarschuwing
D
benoemen probleem
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Hoe wordt de tekst ‘Scholen worstelen nog met schermpjes in de klas’ vooral ingeleid in alinea’s 1, 2 en 3 samen?
A
samenvatting
B
voorbeeld
C
waarschuwing
D
benoemen probleem
Slide 1 - Quiz
In al. 3 zegt Geurts dat leerlingen sinds de invoering van de telefoontas actiever zijn en meer aandacht voor de les hebben. Citeer de zin uit alinea 1, 2 of 3 waarin dit ‘bewijs’ het duidelijkst naar voren komt.
A
Het bevalt … zegt Geurts. (r. 1)
B
Leerlingen zijn … de les. (r. 2)
C
In een … maken hebben. (r. 4)
D
De interesse … te zijn.
(r. 5)
Slide 2 - Quiz
In al. 5 komt leerling Rixte aan het woord. Welk probleem maakt de schrijver met het voorbeeld van Rixte vooral duidelijk?
A
afleiding valt mee
B
leraar moet meer rondlopen
C
tijdens les andere dingen kunnen doen
D
lln maken graag gebruik van Snapchat
Slide 3 - Quiz
Welke uitspraak over alinea 6 is waar?
Als mensen twee informatieverwerkende processen tegelijkertijd uitvoeren, dan...
A
doen ze dat langzamer en minder goed
B
verliezen ze geen snelheid of nauwkeurigheid
C
kunnen kinderen van vroeger dat beter dan kinderen van nu
D
kunnen kinderen van nu dan de kinderen van vroeger.
Slide 4 - Quiz
Wat is het verband tussen alinea 7 en de laatste zin van alinea 6?
A
opsommend verband
B
tegenstellend verband
C
oorzaak-gevolg
D
toelichtend verband
Slide 5 - Quiz
Wat is het belangrijkste doel van deze tekst?
A
lezer overtuigen dat je minder moet multitasken
B
lezer overtuigen dat telefoontassen de oplossing zijn.
C
lezer informeren over problemen die scholen ondervinden.
D
lezer informeren over het gebruik van de telefoontas.
Slide 6 - Quiz
Wat is een belangrijke conclusie van deze tekst?
Scholen hebben moeite met het gebruik van digitale apparaten in de klas...
A
en kiezen dan ook voor een verbod daarvan in het lokaal.
B
en vinden dat de docenten strenger moeten optreden
C
maar hebben de oplossing gevonden in de telefoontas.
D
maar hebben een mogelijke oplossing gevonden in de telefoontas.
Slide 7 - Quiz
Voor wie is deze tekst vooral bestemd?
A
geïnteresseerden voor afleiding door digitale apparaten op scholen
B
jongeren die vaak tijdens de les op apparaten zitten.
C
leraren die last hebben van het gebruik van apparaten door lln.
D
ouders die vinden dat hun kinderen te veel worden afgeleid
Slide 8 - Quiz
Wat maakt Van Domselaar duidelijk met de zin “Vroeger las ik bij bepaalde leraren ook hele jaargangen Donald Duck in de les.”?(regels 159-161)
A
Leraar is verantwoordelijk dat de leerling oplet.
B
Vroeger hadden leraren ook niet door wat je precies deed.
C
Een iPad is net zo afleidend als een Donald Duck.
D
Vroeger was er meer afleiding in de les dan tegenwoordig.