Thema 4, Week 3 - Massa, Volume en dichtheid.

Thema 4
Arm en Rijk
Week 3



IJburg College
Leerjaar 1
EO / T1
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 4
Arm en Rijk
Week 3



IJburg College
Leerjaar 1
EO / T1

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog van vorige week?

Slide 2 - Mind map

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat massa en volume zijn en je kent de symbolen die erbij horen. 


Je kunt massa's en volumes omrekenen.


Je kunt het volume van een voorwerp bepalen met de onderdompelmethode.


Je kunt uitleggen wat dichtheid betekent.

Je kunt de formule voor dichtheid uit het hoofd noemen en hiermee rekenen.

Slide 3 - Slide

Massa (m)
Er is een verschil tussen massa en gewicht.
Op de maan is je massa hetzelfde, je gewicht niet. 

Massa is de hoeveelheid stof bij elkaar opgeteld, in                     

gram(g)

Slide 4 - Slide

Volume (V)
Volume is een woord om aan te geven hoeveel ruimte iets inneemt. 

Dit schrijven we op in      

Het volume is dan:

Als je alles in cm invult.


cm3
lengtebreedtehoogte

Slide 5 - Slide

Massa = M
Volume = V
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

km, kg,liter etc.

Slide 7 - Slide

Onderdompelmethode
Bedacht door Archimedes.

Wordt gebruikt om het volume van een lastig voorwerp te bepalen.


1L=1dm3

Slide 8 - Slide

Vincent gebruikt de onderdompelmethode om te kijken wat het volume is van een bepaald voorwerp.
Het waterniveau in de maatbeker stijgt met 2L.
Wat is het Volume van het voorwerp?
A
1dm
B
2dm2
C
1dm3
D
2dm3

Slide 9 - Quiz

Je hebt 10 seconden! Wat is zwaarder? Een kilo veren of een kilo lood?
A
Veren!
B
Lood!
C
Ga weg met je stomme vraag!

Slide 10 - Quiz

Dichtheid
Stoffen hebben een verschillende dichtheid. Hoe lager de dichtheid, hoe makkelijker iets blijft "drijven". 

Links een glas met veel stoffen met een verschillende dichtheid.

Slide 11 - Slide

Dichtheid berekenen
Om de dichtheid van een stof te berekenen, moeten we de massa delen door het volume.


ρ=vm
Dichtheid=VolumeMassa

Slide 12 - Slide

Om de dichtheid te berekenen, moet ik de massa keer het volume doen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Volume duiden we aan met de letter...

Slide 14 - Open question

De afmetingen van een balk zijn:
lengte = 2 cm
breedte = 3 cm
hoogte = 1 cm
Wat is het volume van de balk?
A
6cm
B
5cm
C
5cm2
D
6cm3

Slide 15 - Quiz

Karin kookt pasta. Ze doet een beetje olijfolie bij het water en ziet dit drijven bovenop het water.
Heeft de olie een hogere, of lagere dichtheid dan water?
A
Hoger
B
Lager

Slide 16 - Quiz

Dichtheid wordt aangegeven met de letter
Hoe spreek ik dit uit?
ρ
A
P
B
R
C
Rho
D
Pi

Slide 17 - Quiz

Moeilijke vraag! Water heeft een dichtheid van
1 g/
Je hebt 1 kubieke centimeter water. Wat is de massa?
cm3
A
1 gram
B
2 gram
C
0,5 gram
D
10 gram

Slide 18 - Quiz

Huiswerk en de rest van de les
Hoofdstuk 3 van het i-book 
De extra opdrachten zijn om te oefenen, dit is geen huiswerk!
Lever een foto van je opdrachten in via SHOWBIE voor 16:00 vandaag.
KLAS                              SHOWBIECODE
1BKA                                               EFRZB
1BKB                                            C8V8C
2BKA                                          TM6BT
2BKB                                            43ZZC

Slide 19 - Slide