Regering en Parlement

Regering en Parlement
1 / 18
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Regering en Parlement

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1. Je weet uit welke personen de regering en het kabinet bestaan.
2. Je kan de taken van deze personen uitleggen.
3. Je kan de hoofdtaken van het parlement uitleggen.
4. Je kan minimaal 4 rechten van Tweede Kamerleden benoemen en ze ook uitleggen.
5. Je kan uitleggen wat coalitie en oppositie betekent. 

Slide 2 - Slide

Koning
Ministers

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Kabinet
Het kabinet bestaat uit ministers en staatssecretarissen.
-> staatssecretarissen zijn soort onderminister en verantwoordelijk voor deel van de taken van de minister.

Slide 5 - Slide

Regeerakkoord -> doelen die regering wil bereiken in komende jaren.

Slide 6 - Slide

Ministers
Ministers zijn verantwoordelijk voor een eigen gebied, zoals:
-Buitenlandse Zaken
-Financien
-Sociale Zaken en Werkgelegenhheid
-Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Weten jullie nog meer voorbeelden?

Slide 7 - Slide

Samenwerking ministers
Voorbeeld: Drugsgebruik onder jongeren.
De minister van Veiligheid en Justitie en de minister van Onderwijs kunnen hierbij samenwerken.
Welke minister zou nog meer bij dit probleem te maken kunnen hebbben?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Op een rijtje
De koning:
-tekent alle wetten;
-leest de troonrede voor;
-overlegt met minister-president
-doet staatsbezoeken;
-beëdigt mensen.

Slide 10 - Slide

Eerste Kamer
= samen 
en Tweede Kamer
Parlement

Slide 11 - Slide

Taken Parlement

-Wetgeving
-Controleren van regering/kabinet

Slide 12 - Slide

Rechten van Kamerleden (1)
Voor de wetgevende taak:
-Stemrecht: wetsvoorstellen goed- of afkeuren
-Recht van amendement: (delen van) wetsvoorstellen veranderen
-Recht van initiatief: wetsvoorstellen maken


Slide 13 - Slide

Rechten Kamerleden (2)
Voor de controlerende taak:
-Vragenrecht: mondeling of via brief vragen stellen aan leden van het kabinet. Zij moeten antwoord geven.
-Motierecht: een mening geven of een minister vraagt iets te doen. Kan ook wantrouwen in uitgesproken worden.
-Recht van interpellatie: ter verantwoording roepen van een minister.
-Recht van enquête: groot onderzoek uitvoeren naar eventuele fouten door het kabinet.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Opdracht 9 blz 48 Stellingen



  1. Abortuswetgeving moet bepaald worden door referenda waarbij alleen vrouwen mogen stemmen. 
  2. Nederland moet een gekozen premier krijgen
  3. De kandidatenlijst moet voor de helft uit vrouwen bestaan
  4. Burgers moeten hun stem in verkiezingen kunnen verkopen.

Slide 16 - Slide

Leerdoelen
1. Je weet uit welke personen de regering en het kabinet bestaan.
2. Je weet kan de taken van deze personen uitleggen.
3. Je kan de hoofdtaken van het parlement uitleggen.
4. Je kan minimaal 4 rechten van Tweede Kamerleden benoemen en ze ook uitleggen.
5. Je kan uitleggen wat coalitie en oppositie betekent. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link