3.6. Het parlement controleert

Par. 3.6 (vwo 3.5 deel 2) Het parlement controleert

1 / 24
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Par. 3.6 (vwo 3.5 deel 2) Het parlement controleert

Slide 1 - Slide

Wat gaan we leren?
Aan het eind van deze les kun je uitleggen:
  • Wat de taken zijn van het parlement
  • Welke rechten de Eerste- en Tweede Kamer hebben
  • Wat een coalitie is en wie de oppositie zijn.

Slide 2 - Slide

bestuurt en deel van de samenleving
ministers en staatssecretarissen samen
De ministers en de koning
onderminister die helpt te besturen 
MINISTER
STAATSSECRETARIS
KABINET
Regering

Slide 3 - Drag question

Eerste Kamer
Tweede Kamer
150 parlementsleden direct door burgers gekozen.

75 parlementsleden indirect door burgers gekozen (via de verkiezingen voor de provincie).

Parlement

Slide 4 - Slide

Taken van het parlement

De twee hoofdtaken van het parlement zijn:
  • (mede)Wetgeving
  • Controleren van het kabinet

Slide 5 - Slide

Wetgeving
  • Ministers (met hun ambtenaren) èn Tweede Kamerleden maken wetsvoorstellen.
  • De Tweede Kamer debatteert over het voorstel. Een meerderheid van de Tweede Kamer moet het voorstel goedkeuren.
  • Hierna gaat het wetsvoorstel naar de Eerste Kamer, die een laatste check doet.

  • Ministers (met hun ambtenaren) èn Tweede Kamerleden maken wetsvoorstellen.
  • De Tweede Kamer debatteert over het voorstel. Een meerderheid van de Tweede Kamer moet het voorstel goedkeuren.
  • Hierna gaat het wetsvoorstel naar de Eerste Kamer, die een laatste check doet.
Wetgeving

Slide 6 - Slide

Wetgeving

De Eerste Kamer controleert of het voorstel:
  • Geen fouten bevat;
  • Niet in strijd is met andere wetten.

De Eerste Kamer mag het wetsvoorstel niet meer veranderen. De wet kan hier dus alleen goed- of afgekeurd worden.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Hoeveel leden heeft de Eerste Kamer?
A
150
B
76
C
75
D
36

Slide 9 - Quiz

Hoe worden de leden gekozen?
A
Direct gekozen door de burgers
B
Via de gemeente verkiezingen
C
Door een Referendum
D
Niet direct maar door de Provinciale Staten

Slide 10 - Quiz

Rechten van Kamerleden

Rechten van Kamerleden voor hun wetgevende taak:
  • Stemmen over wetsvoorstellen.
  • Een wetsvoorstel veranderen. Dit noemen we het recht van amendement.
  • Zelf een wetsvoorstel indienen. Dit noemen we het recht van initiatief.

Slide 11 - Slide

Rechten van Kamerleden

Rechten van Kamerleden voor hun controlerende taak:
  • Vragen stellen aan ministers en staatssecretarissen (ook schriftelijk).
  • Een motie indienen. Hiermee vragen ze de minister om iets te doen.


Met een motie van wantrouwen kunnen Kamerleden een minister vragen om af te treden.

Slide 12 - Slide

Kamerleden stellen vragen (controleren).

De minister moet antwoord geven op de vragen.

Slide 13 - Slide

Rechten van Kamerleden

Rechten van Kamerleden voor hun controlerende taak:
  • Een minister ter verantwoording roepen. De minister moet dan naar de Tweede Kamer komen voor een debat. Dit noemen we het recht van interpellatie.
  • Een groot onderzoek instellen als ze denken dat de regering fouten heeft gemaakt. Dit noemen we het enquêterecht.

Slide 14 - Slide

Samengevat: Rechten van het Parlement
Bij de Wetgevende taak
  • Stemrecht
  • Recht van Amendement
  • Recht van initiatief
Bij de Controlerende taak
  • Vragenrecht
  • Motierecht
  • Recht van interpellatie
  • Enquêterecht
Eerste- en Tweede Kamerleden kunnen wetsvoorstellen goedkeuren of afkeuren
De Tweede Kamer kan (delen van) wetsvoorstellen veranderen.
De leden van de Tweede Kamer mogen wetsvoorstellen maken.
Eerste en Tweede Kamerleden mogen vragen stellen over gebeurtenissen aan de regering als er iets mis is gegaan.
Een uitspraak waarin de Kamer haar mening geeft over iets. Bij een motie van wantrouwen vraagt een Kamerlid een minister af te treden nadat hij/zij bijvoorbeeld gelogen heeft.
De Kamerleden mogen een minister naar de kamer roepen om in debat te gaan over zijn beleid. 
Kamerleden mogen een onderzoek starten als ze het idee hebben dat de regering grote fouten heeft gemaakt.

Slide 15 - Slide

Coalitie en oppositie

Voor goedkeuring van wetsvoorstellen is een meerderheid in de Tweede Kamer nodig. Meestal kan de regering daarvoor op steun rekenen van de coalitiepartijen.

Coalitie
Oppositie
De partijen die samen de regering vormen.

De partijen die geen deel uitmaken van de regering.

Slide 16 - Slide

Wie zitten er in de Tweede Kamer?

  • Fracties = een groep personen van een politieke partij die in de Tweede Kamer zit

  • Regeringspartijen (coalitie)= deze partijen zitten ook in de regering

  • Oppositiepartijen = deze partijen zitten niet in de regering, wel in de Tweede Kamer

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Wetsvoorstel veranderen?
A
Recht van Initiatief
B
Recht van Amendement

Slide 19 - Quiz

Wat zijn de twee hoofdtaken van het Parlement?
A
Wetten maken en wetten uitvoeren.
B
(mede) wetgeving en het controleren van het kabinet.
C
Controleren van de regering en wetten maken.
D
Controleren van de overheid en wetten maken.

Slide 20 - Quiz

Recht van interpellatie?
A
Een groot onderzoek instellen
B
Een wetsvoorstel veranderen
C
Een minister ter verantwoording roepen
D
Zelf een wetsvoorstel indienen

Slide 21 - Quiz

De partijen die samen de regering vormen.

A
Oppositie
B
Coalitie

Slide 22 - Quiz

Wat wordt bedoeld met oppositie?
A
de partijen die niet in de regering zitten
B
de kleine partijen
C
de one-issue partijen
D
demonstranten

Slide 23 - Quiz

WAAR
NIET WAAR
De Tweede Kamer heeft 150 leden
De Eerste Kamer wordt direct gekozen
Ministers zitten in de Tweede Kamer
Regering is een ander woord voor Eerste- en Tweede Kamer
De Tweede Kamer mag wetsvoorstellen aanpassen
Het parlement controleert de ministers

Slide 24 - Drag question