P1 Debat Les 6 PRAKTIJK

Les 6. Het 'Meet the boss debat'
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare school

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 6. Het 'Meet the boss debat'

Slide 1 - Slide

Terugblikken op de theorie les 1

Slide 2 - Slide

Houding (les 2)
- Ga stabiel staan
- Gebruik gebaren
- Oogcontact


Slide 3 - Slide

Oogcontact (les 2)
Kijk naar je publiek (de jury!)
Maak oogcontact met de mensen die je wilt overtuigen/beïnvloeden.

Slide 4 - Slide

Stem (les 2)
Volume
Variatie
Tempo en rust

Slide 5 - Slide

Les 3. Neem de structuur mee in de voorbereiding

Slide 6 - Slide

Bereid jullie conclusie voor! Hier vindt het samenvatten plaats (les 3)

Slide 7 - Slide

Bewijs de bewering, zodat het een argument is! (les 4)

Slide 8 - Slide

Pas het SPIN-voorbereidingsmodel toe 

Slide 9 - Slide

Les 6 De 'Meet the boss debatvorm'
Openingsfase
- Speech voorstander, max. 1,5 minuut
- Speech tegenstander, max. 1,5 minuut

(de voorstanders beginnen altijd in het debat!)

Slide 10 - Slide

Les 6 De 'Meet the boss debatvorm'
Vrije fase
- Sprekers van beide teams wisselen elkaar af, in totaal 6 min.
- Aansluitend 2 min. voor overleg binnen de teams.

Slide 11 - Slide

Les 6 De 'Meet the boss debatvorm'
Conclusiefase
- Speech tegenstander, max. 1,5 minuut
- Speech voorstander, max. 1,5 minuut

Slide 12 - Slide

De praktijkles 'debatteren' (indeling)
De klas is over 4 gelijke debatteams verdeeld.

Aan elke ronde doen er 12 tot 16 'debaters' mee (namelijk 6 tot 8 voorstanders en 6 tot 8 tegenstanders). 

Slide 13 - Slide

Leerlingen dossier 1 en dossier 2
Leerlingen die zich verdiept hebben in dossier 1 worden de voorstanders (TEAM A)

Leerlingen die zich verdiept hebben in dossier 2 worden de tegenstanders (TEAM B)

Slide 14 - Slide

De praktijkles 'debatteren' (positie innemen)
Vanuit de jury gezien, zitten de voorstanders altijd aan de linkerzijde en de tegenstanders altijd aan de rechterzijde.


Slide 15 - Slide

De praktijkles 'debatteren' (aanspreekvorm)
De voor- en tegenstanders spreken elkaar nooit direct aan. Er wordt dus geen JIJ of JULLIE of VOORNAMEN gebruikt.

De voor- en tegenstanders spreken altijd tot en naar de juryleden!

Slide 16 - Slide

Opening- en conclusiesprekers
Zij hoeven niet achter een aparte spreektafel te staan. Zij kunnen opstaan vanaf hun stoel en vanaf die plek de jury toespreken. 
Het is gebruikelijk dat de OPENINGSPREKERS op de stoelen zitten, die het verst van de jury verwijderd zijn. 
De CONCLUSIESPREKERS zitten altijd op de stoelen die het dichtst bij de jury staan. 

Slide 17 - Slide