9.1: Omtrek cirkel

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Wiskunde 2TA - H9 Cirkels en Cilinders

        Tijdens uitleg --> stil/luisteren
        Schrijf mee!
        Spullen mee!
        Huiswerk volgende les af
        Wekelijkse huiswerkcheck --> niet af = herstel uur!
        Vraag om hulp --> docent/klasgenoot
        Oortjes alleen  tijdens zelfstandig werken.

Afspraken

Je leert...

Ik kan aangeven en uitleggen wat de omtrek van een cirkel is. 

Ik kan de begrippen diameter en straal uitleggen en tekenen.

Ik kan uitleggen wat PI is.
Ik kan de omtrek van een cirkel berekenen.

Je leert

zwart = omtrek

blauw = straal

rood = diameter

berekeningen:

diameter = straal + straal 

straal = diameter : 2

Diameter en straal

De straal is van middelpunt naar cirkel. De straal is de helft van de diameter.
(straal = diameter : 2)

De diameter gaat van cirkel door middelpunt naar cirkel. Is 2x zo groot als de straal.

(diameter = 2 x straal)

Wat is de diameter?

Wat is de diameter?

1. Rood
2. Blauw

De diameter is..

De diameter is...

1. Hetzelfde als de straal
2. 2 keer de straal

Wat is de diameter?

Wat is de diameter?

1. 20m
2. 40m
3. 20cm
4. 40cm

De diameter is ...

De diameter is...

1. 2,5 cm
2. 5 cm
3. 10 cm

omtrek:

alle zijden bij elkaar optellen

oppervlakte:

lengte x breedte = oppervlakte rechthoek

Omtrek en oppervlakte

Oppervlakte en omtrek

Wat is de oppervlakte en omtrek van een rechthoek met zijde 5 en 4?

Wat is de oppervlakte en omtrekt van een rechthoek met zijde 3a en 6a?

Omtrek en oppervlakte

omtrek en oppervlakte

Zwart = omtrek

Rood = oppervlakte

berekeningen:

omtrek = diameter x π

omtrek = diameter x 3,14

Omtrek en oppervlakte

Cirkel

Omtrek

Oppervlakte

Bereken de omtrek en opp!

oppervlakte=straal⋅straal⋅π

omtrek=diameter⋅π

Cirkel

Bereken de omtrek.
Rond af op één decimaal.

Bereken de omtrek.

Rond af op één decimaal.

1. 25,0 cm
2. 25,1 cm
3. 25,2 cm
4. 25,3 cm

Bereken de omtrek.
Rond af op één decimaal.

Bereken de omtrek.

Rond af op één decimaal.

1. 37,4 cm
2. 37,5 cm
3. 37,6 cm
4. 37,7 cm

Bereken de omtrek.
Rond af op één decimaal.

Bereken de omtrek.

Rond af op één decimaal.

1. 88,9 cm
2. 89,0 cm
3. 89,1 cm
4. 89,2 cm

Bereken de omtrek. Rond af op één decimaal.

Bereken de omtrek.

Rond af op één decimaal.

1. 15,7 cm
2. 15,8 cm
3. 31,4 cm
4. 31,5 cm

Aan de slag

Opdrachten van 9.1 ( blz 89)

Moeilijk?     »» O opdrachten

Makkelijk?   »»  U opdrachten

       Klaar?        »» Nakijken en verbeteren

             Niet klaar?        »» Huiswerk voor de volgende les

9.1 af in je schrift

Huiswerk voor woensdag