Boekopdracht + Werkwoord (les 1)

Nederlands
Boekopdracht en werkwoorden
Woensdag 17 mei '23

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 44 min

Items in this lesson

Nederlands
Boekopdracht en werkwoorden
Woensdag 17 mei '23

Slide 1 - Slide

Programma
1. Bekijken eerder gemaakte boekopdrachten 
2. Aan de slag 
3. Uitleg werkwoorden
4. Huiswerk
5. Afsluiten

Slide 2 - Slide

Voorbeeld eerder gemaakte boekopdrachten

Slide 3 - Slide

Aan de slag met de boekopdracht. 
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Werkwoorden
  • De artiesten hebben een luid applaus gekregen.
  • De artiesten hebben een luid applaus gekregen.

Slide 5 - Slide

In deze zin staan twee werkwoorden (ww): hebben en gekregen. Het werkwoord is een woordsoort



In een zin staan altijd één of meer werkwoorden.

Slide 6 - Slide

Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet of wat iets of iemand overkomt. Sommige werkwoorden hebben een onduidelijke betekenis: 
hebben, kunnen, moeten, mogen, worden, zijn of zullen.

Slide 7 - Slide

Zo herken je een werkwoord
Een werkwoord kun je vervoegen. Je maakt er dan verschillende werkwoordsvormen van. Bijvoorbeeld krijgen: 
krijg, krijgt, krijgen, kreeg, kregen, gekregen.

Slide 8 - Slide

Huiswerk
M: opdr. 1 t/m 4. op blz. 198




timer
10:00

Slide 9 - Slide

Dat was 'm weer voor vandaag! 
Geniet van je vrije dagen!
Goed gewerkt! 

Slide 10 - Slide