4.2 Grote getallen



● Leerdoelen bespreken
● Voorkennis:
● Uitleg: 4.1
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
TELEFOON thuis of 
in de kluis.

LAPTOP in je tas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
timer
1:00
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson



● Leerdoelen bespreken
● Voorkennis:
● Uitleg: 4.1
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
TELEFOON thuis of 
in de kluis.

LAPTOP in je tas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Beginpagina met timer

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Leerdoelen

Je kunt grote getallen met alleen cijfers schrijven

Je kunt grote getallen in cijfers en woorden schrijven

H4: GETALLEN
4.1 Getallen
4.2 Grote getallen
4.3 Afronden
4.4 Afronden in praktische situaties
4.5 Procenten
4.6 Verhoudingstabellen

Slide 2 - Slide

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.
Terugblik
Je kunt van een getal zeggen welke waarde elk cijfer heeft.

Je kunt decimale getallen op volgorde zetten.
Je weet wat veelvouden en delers zijn.
Je kunt even en oneven getallen herkennen.


Slide 3 - Slide

Welke van deze zijn getallen? (Allemaal)
Leerdoelencheck
Terugblik
Blz 42
Het vaste bedrag is €15
15 + 0,10 ⋅ 150 = 30
Dus bij 150 adressen zijn de inkomsten €30 per week.
timer
1:00

Slide 4 - Slide

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.
Leerdoelencheck
Terugblik
Blz 42
Het vaste bedrag is €15
15 + 0,10 ⋅ 150 = 30
Dus bij 150 adressen zijn de inkomsten €30 per week.
de waarde van:                           0 is 0 x 10 = 0
1 is 1 x 10000 = 10000                 5 is 5 x 1 = 5       
8 is 8 x 1000 = 8000                   3 is 3 x 0,1 = 0,3
4 is 4 x 100 = 400                        9 is 9 x 0,01 = 0,09         

Slide 5 - Slide

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.
Leerdoelencheck
Terugblik
Blz 42
Het vaste bedrag is €15
15 + 0,10 ⋅ 150 = 30
Dus bij 150 adressen zijn de inkomsten €30 per week.
timer
1:00

Slide 6 - Slide

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.
Leerdoelencheck
Terugblik
Blz 42
Het vaste bedrag is €15
15 + 0,10 ⋅ 150 = 30
Dus bij 150 adressen zijn de inkomsten €30 per week.
Alle delers van 21 zijn: 
1, 3, 7, en 21

Slide 7 - Slide

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.
Leerdoelencheck
Terugblik
Blz 42
Het vaste bedrag is €15
15 + 0,10 ⋅ 150 = 30
Dus bij 150 adressen zijn de inkomsten €30 per week.

Slide 8 - Slide

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.
Leerdoelencheck
Terugblik
Blz 42
Het vaste bedrag is €15
15 + 0,10 ⋅ 150 = 30
Dus bij 150 adressen zijn de inkomsten €30 per week.
even
oneven
oneven
oneven

Slide 9 - Slide

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.
8.000.000.000.000
8 biljoen

Slide 10 - Slide

Welke van deze zijn getallen? (Allemaal)
Priemgetallen
Een priemgetal is een getal waar 1 en het getal zelf de enige delers zijn.

Bijvoorbeeld: 2, 3, 5, .....

Slide 11 - Slide

Welk getal staat hier?
Welke waarde heeft het cijfer 4 in dit getal? (4) Het staat eronder
Welke waarde heeft het eerste cijfer 2 in dit getal? (2000)
Hoe noemen we in het algemeen de cijfers die op deze plek staan in een getal? 
Als ik zeg tientallen, waar zou je die dan plaatsen in deze rij van 4?
Grote getallen

Slide 12 - Slide

Welk getal staat hier?
Welke waarde heeft het cijfer 4 in dit getal? (4) Het staat eronder
Welke waarde heeft het eerste cijfer 2 in dit getal? (2000)
Hoe noemen we in het algemeen de cijfers die op deze plek staan in een getal? 
Als ik zeg tientallen, waar zou je die dan plaatsen in deze rij van 4?
Huiswerk
timer
5:00
Maken:
Schrijf de eerste 10 priemgetallen op
v.a. blz 205: 
37 t/m 46
 
Nakijken:
Alles wat je hebt gemaakt.
In SOM bij leermiddelen

Snap je het niet?
Lees de theorie vanaf blz 208 in je boek!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen behaald?

Je kunt grote getallen met alleen cijfers schrijven

Je kunt grote getallen in cijfers en woorden schrijven
H4: GETALLEN
4.1 Getallen
4.2 Grote getallen
4.3 Afronden
4.4 Afronden in praktische situaties
4.5 Procenten
4.6 Verhoudingstabellen

Slide 14 - Slide

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.