W25 EN 2H2 LES 1

Activities this week
Aan het einde van de week ...
  • ...Heb je alles van unit 6 af en ingeleverd. 
  • ...Heb je schrijfopdrachten gedaan, waarmee je aantoont dat je comparisons, de future en bijwoorden/bijv. nw beheerst
  • ...Heb je 25 teksten in readtheory gelezen
  • Heb je een begin gemaakt met unit 7. 


1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Activities this week
Aan het einde van de week ...
  • ...Heb je alles van unit 6 af en ingeleverd. 
  • ...Heb je schrijfopdrachten gedaan, waarmee je aantoont dat je comparisons, de future en bijwoorden/bijv. nw beheerst
  • ...Heb je 25 teksten in readtheory gelezen
  • Heb je een begin gemaakt met unit 7. 


Slide 1 - Slide

Goals today
Aan het einde van de les ...
...heb je een beeld van jouw niveau van unit 6
...heb je d.m.v. een schrijfopdracht laten zien in hoeverre je de future en comparisons beheerst.

Slide 2 - Slide

Finish selftest unit 6
Maak de complete selftest, als je dat nog niet gedaan had. 
Als je dat af hebt ga je naar de volgende slide. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Goals today
Aan het einde van deze les...

...heb je jouw schrijfvaardigheid verbeterd d.m.v. de schrijfopdracht van deze week 
...heb je aangetoond welk niveau je hebt op het gebied van adverbs en adjeticves
...heb je kennis gemaakt met de vocabulary van unit 7

Slide 6 - Slide

Writing week 25
Je gaat deze week een paar zinnen schrijven over iemand die je bewondert. Het doel van deze opdracht is: laten zien dat je bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden beheerst. Hiervoor ga je 15 zinnen opschrijven. Als je bijwoorden en bijvoegelijk naamwoorden in het Engels nog even wil opfrissen, kijk dan naar de volgende twee slides.
De eerste is een uitleg. De tweede zijn oefeningen. 

Slide 7 - Slide

TIP 1
Tip 1: denk niet te lang na over een persoon. Langer dan 5 minuten is echt te lang! Het gaat om het doel.  

Slide 8 - Slide

TIP 2
Tip 2: niet alles hoeft echt waar te zijn. Als jij een voetballer hebt gekozen en jij vertelt mij dat hij een rode sportwagen rijdt, dan geloof ik dat. Het gaat mij om de vorm van de zinnen. Minder om de inhoud. Zolang je je realiseert dat we op een school zitten kan je je fantasie dus de vrije loop laten 😉.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Link

Writing week 25
Je gaat als volgt te werk:

  1. kies een persoon die je bewondert. (Bijvoorbeeld een sporter, artiest, een familielid, historisch figuur)  
  2. Maak twee kolommen in een Word document (of op een blaadje).
  3. in de linker kolom beschrijf je in 7 zinnen het uiterlijk van de persoon, of de spullen die deze persoon gebruikt. Gebruik ook in elke zin minimaal één adjective (bijvoegelijk naamwoord) (vb: mijn moeder is heel klein, ze heeft mooie ogen, ze rijdt in een blauwe auto etc.).
  4. in de rechter kolom beschrijf je in 7 zinnen de activiteiten van deze persoon. Gebruik in elke zin minimaal één adverb (bijwoord)(vb: Messi scoort veel, hij rent hard, hij lacht leuk etc.).
  5. controleer of je hebt voldaan aan de opdracht.
  6. lever het in bij jouw docent.  

Slide 12 - Slide

eDition
Maak opdracht 1 t/m 6 van unit 7.1

Als je daarmee klaar bent, ben je klaar voor vandaag. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide