Klas 2 1.5 en 1.6

Landschappen in Nederland
Hoog-Nederland
Laag-Nederland
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Landschappen in Nederland
Hoog-Nederland
Laag-Nederland

Slide 1 - Slide

Grens hoog en laag
+ 1 m NAP
NAP = Normaal Amsterdams Peil

Slide 2 - Slide

1.5 Hoog-Nederland

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Stroomgebied
Gebied waar van één rivier met de zijrivieren het overtollig water afvoert
Grens tussen twee stroomgebieden = waterscheiding

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Link

Slide 11 - Video

1.6 Laag-Nederland

Slide 12 - Slide

Kavel = stuk grond
Kalf = jonge koe

Verkavelen: de grond verdelen en indelen in aparte stukken
Ruilverkaveling: de grond opnieuw en beter verdelen, de kavels herverdelen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Binnendijks en buitendijks
Wat zal de veilige kant zijn?
Je bekijkt deze termen vanuit de bewoners van het land.

Slide 15 - Slide

zee
rivier

Slide 16 - Slide

Polder: door dijken omringd stuk land waar de waterstand kunstmatig wordt geregeld.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Zeepolder
Zeepolders: aangeslibd land komt steeds hoger te liggen tot het het grootste deel van het jaar droog ligt. Dan omdijken mensen het stuk land en is er een stukje land bij.
Hoogteligging: ongeveer + 0,50m NAP

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Droogmakerij
Droogmakerij: een meer of stuk zee wordt droog gepompt
Hoogteliging: tot wel -6m NAP


Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Veenpolder
Veenpolder: drassig veengebied wordt ontwaterd door slootjes. Hierdoor komt het veen droog te liggen en gaat oxideren (rotten van plantenresten) en verdwijnt dus. Hierdoor komt het gebied steeds iets lager te liggen.
Hoogteligging: ongeveer -1,50m NAP

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide