Les 07 - § 10 Stijl

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Les 7

§ 10 Stijl

Blz.

tb: 

72-73

wb: 

66-69

Doel van de les

Aan het eind van deze 2 lessen:

- Weet je wat het begrip stijl inhoudt en wat het belang is van de schrijfstijl  voor een tekst.

- Kan je stijlkenmerken benoemen in een tekst en aangeven wat je wel of niet aanspreekt in iemands stijl.

- Kan je stijlen omschrijven en aangeven bij welke stijl welk publiek past.

- Kan je je schrijfstijl aanpassen aan het doel van je tekst en onderzoek doen naar je eigen stijl.

5 min

Lesindeling

• Schrijfvaardigheid > oefenen met stijl.
• Leesvaardigheid (tweetal).
• Praktijk = huiswerkopdracht.

Iemand op school had geld van je geleend, wat je zelf helemaal vergeten was. Deze persoon herinnert je eraan door te vragen hoeveel je ook alweer terugkreeg. Bedank hem/haar.

Je hebt 'per ongeluk' een blikje laten vallen op straat. Een oudere man wijst je hierop. Je raapt het op en antwoordt beleefd.

Een toevallige voorbijganger heeft het leven van je broertje gered toen hij onder een auto dreigde te komen. Je bedankt deze persoon uitbundig.

Je stuurt een kaartje aan je opa en oma om ze te bedanken voor je verjaardagscadeau dat je van hen hebt gekregen.

Na een eerste date stuur je een appje om te zeggen dat je het erg leuk vond. Bedank hem/haar.

In de vakantie ben je ziek geworden en je hebt uitstel gekregen voor een opdracht voor Duits. Bedank de docent in een mail.

Persoonlijk

Zakelijk/ netjes

Leerling op school heeft geld geleend.

Blikje op de grond, je wordt aangesproken.

Je broertje is gered door een voorbijganger.

Opa en oma bedanken voor een cadeautje.

Date.

Uitstel voor Duits.

Werktijd

• Leesvaardigheid

opdr. 11 t/m 14 blz. 69 (11b+13 overslaan)

• Opdracht 15 (presenteren 24 sept).

10 min

Welke twee dingen heb je
geleerd in deze les?

Op deze vraag heb ik nog
antwoord nodig.