B1 Les 34 en 41

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Planning

Terugblik naar de vorige les

Uitleg over 'moeilijke zinnen' en uitleg over 'vaktaal'

Stuur hier een foto van p.136 uit je oranje werkboek (les 33 opdr. 9-11).

Les 34: moeilijke zinnen

De vorige les hebben we het gehad over moeilijke woorden. Soms staan er ook moeilijke zinnen in een tekst. 

Wat doe je als je moeilijke zinnen
ziet in een tekst?

Moeilijke zinnen in een tekst

Soms is de zin heel lang omdat het eigenlijk twee of meer zinnen zijn. Als er een komma staat of 'en' kun je de zin vaak in tweeën hakken.

Voorbeeld:

'Het regende hard en daarom ging Jeroen met de auto in plaats van met de fiets'. 

'Het regende hard. 

Daarom ging Jeroen met de auto in plaats van met de fiets'. 

Moeilijke zinnen in een tekst

Soms is een zin lang door onnodige extra informatie:

1. informatie tussen haakjes of tussen komma's kun je vaak weglaten 

Bijv. 'De man, die een rode jas aanhad, liep weg.

2. bijvoeglijke naamwoorden kun je weglaten 

Bijv. De grote en behoorlijk gespierde man liep weg.

Les 34

Zie opdracht 6 hiernaast en lees de onderste zin goed door.

Maak een goede zin en laat alle onnodige informatie weg. 'Vanuit zijn stevige, zelfgebouwde boomhut zag de avontuurlijke jongen, turend uit het scheef geplaatste raam, de grote zwerm vogels naar het vel warmere zuiden vliegen.'

Les 41: Vaktaal

Wat weet je al van 'vaktaal'?

Bij welk beroep hoort deze vaktaal?

Bij welk beroep hoort deze vaktaal?

Van welk vak zou dit de uitleg kunnen zijn?

Les 41

Lees de tekst hiernaast goed door.

Van welk vak zou dit de uitleg kunnen zijn?

Van welk vak zou dit de uitleg kunnen zijn?

Les 41

Lees de tekst hiernaast goed door.

Welke woorden horen echt bij de  vaktaal van dit vak?

Welke woorden horen echt bij de vaktaal van dit vak?

Bedenk vaktaal voor een 'ICT-er'.

Aan het werk!

Maken: opdrachten van les 34 en 41

Vraag? Stuur me via Teams een berichtje.

Vergeet niet thuis te lezen in je leesboek!