Herhalingsles

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Herhalingsles 

Inhoud

Proefwerk --> na het 'paasweekend'
Paragraaf 33, 34, 41 en 42.

P33 --> Hoe lees je een tekst met moeilijke woorden?
P34 --> Hoe lees je een tekst met moeilijke zinnen?

Paragraaf 33 - moeilijke woorden

Als je een tekst leest, kom je soms moeilijke woorden tegen. Om de tekst goed te begrijpen, moet je meestal de betekenis vinden. 
Volg dan 4 stappen: 
1. Snap je de zin als je het woord weglaat? --> Ja? Lees verder. Nee? ga verder naar de volgende stap.
2. Is het moeilijke woord een samenstelling van twee of meer woorden?Kijk of je weet wat deze woorden betekenen. 
3. Lees de woorden en zinnen die om het moeilijke woord staan. Kijk of hier de betekenis van het woord wordt uitgelegd. 
4. Weet je na deze stappen niet wat het moeilijke woord betekent? Zoek het dan op internet of in het woordenboek. 

Zet de stappen van het ‘Stappenplan moeilijke woorden’ in de juiste volgorde.

Snap je als je het woord weglaat? Beantwoord deze vraag met ja of nee. 

Kijk of je een deel van de samenstelling begrijpt van het woord..

Kijk of de betekenis van het woord wordt uitgelegd.

Zoek de betekenis op in het  woordenboek of op het internet.

Wat betekent ingrediënt? De ingrediënten van brood zijn meel voor bruinbrood en bloem voor witbrood.

Hoe wist je de betekenis van ingrediënt te vinden?

1. Door verder te lezen
2. Door een samenstelling
3. Door het op te zoeken in het woordenboek
4. Door het woord weg te laten

Paragraaf 34 - moeilijke zinnen

Als je leest, kom je soms moeilijke zinnen tegen. Een zin kan moeilijk zijn, omdat
- Er moeilijke woorden in zitten (in de vorige dia's heb je geleerd wat je dan doet). 
Hij heel lang is door onnodige extra informatie. 

Informatie die tussen haakjes of tussen komma's staat, kun je vaak weglaten
Voorbeeld: De man, die een rode jas aanhad, liep weg.

 Ook bijvoeglijke naamwoorden (die zeggen iets over het zelfstandig naamwoord - rode auto, mooie auto, kleine man) kun je vaak weglaten. 
De grote, gespierde man liep weg. 

Paragraaf 34 - moeilijke zinnen

Het is een moeilijke zin, omdat het eigenlijk twee zinnen zijn. 
Als er een komma staat of 'en', kun je een zin vaak in tweeën hakken. 

Het regende hard en/daarom ging Jeroen met de auto in plaats van met de fiets (lange zin). 

Het regende hard. Daarom ging Jeroen met de atuo in plaats van met de fiets (twee zinnen).

Waardoor kan een zin moeilijk zijn?

1. Er zitten moeilijke woorden in de tekst
2. Er zit informatie in de zin
3. De zin is erg lang, omdat het eigenlijk twee zinnen of meer zijn
4. De tekst is onderdeel van een lange tekst

Noem drie redenen waarom een zin moeilijk kan zijn.

Onlangs was er wel iets heel exclusiefs te zien in een dierentuin in Denemarken.

1. Moeilijk woord
2. Onnodige informatie
3. Twee of meer zinnen

Het leek een paar biologen, die daar werkten, heel leerzaam en nuttig, om op een dag in de herfstvakantie, voor een publiek van kinderen en hun ouders een dode leeuw te ontleden.

1. Moeilijk woord
2. Onnodige informatie
3. Twee of meer zinnen

Er leefden in de dierentuin namelijk te veel leeuwen, waardoor de medewerkers bang waren dat de dieren in het kleine leeuwenverblijf met elkaar gingen vechten of dat de dieren uit dezelfde familie zouden paren.

1. Moeilijke woorden
2. Onnodige informatie
3. Twee of meer zinnen

Maak de volgende zin makkelijker:
Bakker is een echt mooi en ambachtelijk beroep, want je werkt elke dag met je blote handen en maakt de lekkerste broden en de heerlijkste bolletjes.

Paragraaf 41 - tekstdoelen

Leren  (vak belangrijk --> blz. 86) 

 Informerende tekst --> de schrijver wil je iets leren
Betogende tekst --> de schrijver wil je overtuigen van zijn mening
Instructie tekst --> de schrijver wil je vertellen hoe je iets moet doen
Overhalende tekst --> de schrijver wil dat je iets doet, bijvoorbeeld dat je iets koopt.

Welke tekstvorm hoort bij een instructie tekst?

1. Rouwkaart
2. Een krantenartikel
3. Handleiding Ikea-kast
4. Reclame

Een uitnodiging is een voorbeeld van een

1. informatieve tekst
2. amuserende tekst
3. instructie tekst
4. Overhalende tekst

Bekijk de afbeelding en lees de tekst. Beantwoord in de volgende dia's  wat het tekstdoel is en waarom dit zo is. 

Dat is belangrijk voor de dieren en mensen die van de bossen afhankelijk zijn, maar ook om klimaatverandering tegen te gaan. Dit kunnen we niet alleen: we hebben jouw hulp nodig! 

Het tekstdoel was:

1. Betogend
2. Overhalend
3. Instructie
4. Informatie

Waar zag je dit aan?

Paragraaf 42 - mening of argument

Leren: vak belangrijk blz. 88

Mening: een mening is hoe je over iets denk of wat je er van vindt. 
Argument: hierin leg je uit waarom je iets vindt. 

"Ik vind rood een lelijke kleur (mening), omdat het op bloed lijkt (argument). 

Wat is een mening?

1. Dat is wat je vindt
2. Dat is wat gewoon zo is

Wat is een argument?

1. Dat is een reden waarom je iets vindt
2. Dat is wat je vindt

Dit is een:
Huiswerk maken is belangrijk

1. mening
2. argument

Maak nu zelf een zin met een mening en een argument.