This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
10.1 Elektrische velden
Slide 1 - Slide
Statische elektriciteit
Na wrijven stoten voorwerpen elkaar af of trekken elkaar aan.
We verklaren dit met twee soorten 'lading':
Gelijke ladingen stoten elkaar af.
Ongelijke ladingen trekken elkaar aan.
Slide 2 - Slide
Elektronen
Op basis van ons model van atomen met protonen + neutronen in de kern en elektronen er (losjes) omheen verklaren we dit verschijnsel door overspringende elektronen.
Slide 3 - Slide
Het tribo-elektrisch effect
Sommige stoffen geven elektronen gemakkelijk af, andere nemen ze gemakkelijk op. Bekende combinaties zijn:
haar staat gemakkelijk elektronen af aan rubber
wol staat gemakkelijk elektronen af aan PVS
zijde neemt gemakkelijk elektronen op van glas
Slide 4 - Slide
Elementair ladingsquantum
We noemen de kleinst mogelijke (ondeelbare) hoeveelheid lading het 'elementair ladingsquantum': e = 1,602 .10-19 C
De eenheid van lading is Coulomb (C).
De lading van een proton is: +1 . e
De lading van een neutron is: 0
De lading van een elektron is: -1 . e
Slide 5 - Slide
Wet van Coulomb
Slide 6 - Slide
Op welke kracht lijkt de Coulomb kracht? En wat is een belangrijk verschil?
timer
1:00
Slide 7 - Open question
en toen kwam het blikje ..
Tot nu toe een logisch verhaal.
Maar ..
Waarom wordt het neutrale blikje (Q = 0) aangetrokken door de geladen staaf of ballon?
Slide 8 - Slide
Wat is er aan de hand waardoor het blikje wordt aangetrokken?
timer
1:00
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Video
klopt nu alles?
Het metalen blikje is een geleider en daarmee is ook het aantrekken van het neutrale blikje verklaard.
Maar ..
De muur is ongeladen en een isolator en toch trekken de muur en de ballon elkaar ook aan ..
.. wordt vervolgd
Slide 11 - Slide
Het elektrische veld
Als een lading op een positie een kracht ondervindt
dan zeggen we dat daar een elektrisch veld is.
Het verband is F = q . E.
Met veldlijnen geven we dat veld weer:
de kracht die een positieve lading ondervindt geeft de richting
de afstand tussen de veldlijnen ('lijnen dichtheid') geeft de grootte
Slide 12 - Slide
radiaal veld
homogeen veld
Slide 13 - Slide
Opgave 1
teken zelf veldlijnen!
Slide 14 - Slide
Opgave 4: Vier situaties (ladingen zijn even groot en geven ieder E = 1,0 N/C in het midden)
Slide 15 - Slide
4a. Hoe groot is het veld in het midden?
A
+2,0 N/C
B
+1,0 N/C
C
0 N/C
D
-1,0 N/C
Slide 16 - Quiz
4b1. Het veld is in het midden het grootst bij
A
b
B
c
Slide 17 - Quiz
4b2. Het veld is het grootst bij
A
c
B
d
Slide 18 - Quiz
Uitleg opgave 4b
Slide 19 - Slide
Uitleg opgave 4c
Slide 20 - Slide
Opgave 5, 6
Opgave 5: bekijk video uitleg
Opgave 6: bekijk uitwerkingen
let op: parallellogram methoden komen weer terug!
Slide 21 - Slide
Huiswerk voor morgen
Begrijp je paragraaf 10.1?
Begrijp je de uitwerkingen van opgaven 1, 4, 5, 6?