Paragraaf 1: Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Hoofdstuk 5: Nederland Handelsland
Hoofdstuk 4
Paragraaf 1
Hoofdstuk 6: Welvaart Wereldwijd?
Paragraaf 1: Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je uitleggen:
welke kenmerken ontwikkelingslanden hebben
waarom arme landen weinig exportinkomsten hebben
wat landen doen tegen schommelende grondstofprijzen
LEERDOELEN
Slide 2 - Slide
Ben jij bereid om meer te betalen voor producten waar geen kinderen aan mee hebben gewerkt? Leg uit.
Slide 3 - Open question
De verdeling van welvaart in de VS
Vraag: Welke conclusie kun je hieruit trekken?
Slide 4 - Slide
Welvaart
Slide 5 - Slide
Welvaart
Is Nederland rijk?
In een land is er welvaart als de inwoners in veel van hun behoeften kunnen voorzien.
Je kunt de welvaart tussen landen eenvoudig vergelijken door naar het inkomen per hoofd van de bevolking te kijken.
Slide 6 - Slide
Inkomen per hoofd van de bevolking berekenen
Nationaal inkomen : aantal inwoners
Slide 7 - Slide
Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
Bepalen welvaart op basis van:
Inkomen per hoofd van de bevolking
(On)gelijke inkomensverdeling
Koopkracht
Omvang informele productie
Aanwezigheid en kwaliteit collectieve voorzieningen
Slide 8 - Slide
Nederland heeft een nationaal inkomen van € 680 miljard en 16,9 miljoen inwoners.
Wat is het inkomen per hoofd van Nederland?
Slide 9 - Open question
Kenmerken ontwikkelingslanden
Laag inkomen per hoofd van de bevolking
Ongelijke inkomensverdeling
Hoge werkloosheid
Ondervoeding
Snelle bevolkingsgroei
Analfabetisme
Beperkte technische ontwikkeling
Eenzijdige economische structuur
Nationaal inkomen is vaak afhankelijk van één sector
Wat zijn oorzaken en gevolgen?
Slide 10 - Slide
Wat is GEEN kenmerk van een ontwikkelingsland?
A
slechte infrastructuur
B
monocultuur
C
snelle bevolkingsgroei
D
weinig analfabetisme
Slide 11 - Quiz
Ontwikkelingslanden --> monocultuur --> afhankelijk van exportinkomsten van één product.
Exportmarkt
Slide 12 - Slide
Buffervoorraden --> grote productie dan vraag --> deel van product wordt opgeslagen en verkocht wanneer de vraag stijgt
Gevolg: vraag en aanbod blijft in evenwicht en prijzen stabiel.
Exportmarkt
Slide 13 - Slide
Ruilvoet
Verhouding tussen de prijs van exportproducten en de prijs van importproducten
Bij ontwikkelingslanden is ruilvoet vaak slecht --> exportproduct goedkoop, import product duur.
Slide 14 - Slide
Koffie is een belangrijk exportproduct van Rwanda (land in Oost-Afrika). Stel dat de exportprijs van koffie uit Rwanda stijgt en de importprijzen voor Rwanda niet veranderen. Wat zal er dan gebeuren met de ruilvoet van Rwanda?
A
De ruilvoet van Rwanda zal gelijk blijven
B
De ruilvoet van Rwanda zal verslechteren
C
De ruilvoet van Rwanda zal verbeteren
Slide 15 - Quiz
Als de productie hoger is dan de vraag worden deze producten opgeslagen en heten dat buffervoorraden?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Wat betekent ruilvoet?
Slide 17 - Open question
Wat zijn kenmerken van ontwikkelingslanden?
Slide 18 - Open question
Hoe vergelijk je welvaart tussen landen?
A
Door te meten hoe gelukkig mensen zijn
B
Meten hoe hoog het nationaal inkomen is
C
Kijken of er gelijke inkomensverdeling is
Slide 19 - Quiz
Aan de slag
Wat: Maken 6.1
Wie: Individueel Hoe: Stilte (mits je een vraag hebt) Vraag?: Stel hem eerst aan je buurman/buurvrouw
Tijd: 15 minuten
Klaar: Vraag mij voor de volgende opdracht
Slide 20 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je uitleggen:
welke kenmerken ontwikkelingslanden hebben
waarom arme landen weinig exportinkomsten hebben
wat landen doen tegen schommelende grondstofprijzen
LEERDOELEN
Slide 21 - Slide
Wat heb je geleerd deze les? Welke onderwerpen blijven je bij?
Slide 22 - Mind map
Geef deze les een cijfer. Geef aan wat je leuk vond Geef aan wat je de volgende keer anders zou willen