This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Spijt van aankopen in games
Slide 1 - Slide
Waar denk je dat we het vandaag over zullen hebben?
Slide 2 - Slide
wat weten jullie over online gamen?
Slide 3 - Mind map
we kijken nu naar het nieuws.
Slide 4 - Slide
wat is de titel van de tekst?
A
Spijt van aankopen in games.
B
Onderzoek
C
Spijt van games in aankopen.
D
Aankopen
Slide 5 - Quiz
hoe heten de gedeelten in een tekst?
A
Stukjes
B
Alinea's
C
Kopjes
D
Titel
Slide 6 - Quiz
Hoe noemen we de titels van elke alinea?
A
alineastuk
B
titelstuk
C
tekst stuk
D
kopstuk
Slide 7 - Quiz
Welke online games spelen jullie?
Slide 8 - Open question
Hoeveel procent van de kinderen heeft spijt van aankopen tijdens het spelen?
A
Meer dan 50%
B
Meer dan 70%
C
meer dan 60%
D
Meer dan 80%
Slide 9 - Quiz
Hoeveel kinderen kopen dingen online voor online games?
A
91.000
B
100.000
C
90.000
D
92.000
Slide 10 - Quiz
Welke kinderorganisatie doet onderzoek naar aankopen voor online games?
A
UNICORN
B
UNICEF
C
UNIFEC
D
DE POLITIE
Slide 11 - Quiz
Wat vonden de kinderen van hun aankopen?
Slide 12 - Open question
Waarom hebben game bedrijven de extra aankopen bedacht bij de online games?
A
Om kinderen blij te maken.
B
Om veel geld te verdienen.
C
Om leuk te doen.
D
Om gewoon de games leuker te maken.
Slide 13 - Quiz
Wat verkopen de game bedrijven dan online?
Slide 14 - Open question
welke andere oplossing hebben ze voor kinderen of mensen die geen geld willen uitgeven aan games?
Slide 15 - Open question
let op!
We gaan nu de tekst lezen.
Slide 16 - Slide
Lesdoel
De leerlingen weten hoe ze de tekst actief kunnen lezen aan de hand van sleutelvragen. Ook weten ze hoe ze de vragen over de tekst kunnen beantwoorden.
Slide 17 - Slide
Leesdoel
Na het lezen van de tekst weten wij wat de UNICEF heeft onderzocht, waarvoor kinderen veel geld uitgeven, als ze er blij om zijn of niet, als ze het leuk vinden of niet en welke andere oplossingen er kunnen zijn om geen geld uit te geven.
Slide 18 - Slide
Woorden opzoeken voordat je begint met de vragen. Zoek deze woorden op en schrijf het op je blaadje.