voorbeelden van een juist antwoord:
- Mutaties in het niet-coderend DNA komen meestal niet tot uiting, waardoor deze behouden blijven en er steeds meer variatie komt.
- Een mutatie in een coderend deel kan leiden tot een afwijkend eiwit; door natuurlijke selectie kan deze variant weer verdwijnen.
* Voor een juist verband tussen het effect van mutatie in een wel of niet coderend deel (1p)
* en het gevolg daarvan voor de variatie in het desbetreffende deel (1p)