OEFEN S.O. 5.1 t/m 5.4

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Oefen S.O. Pluriforme samenleving

Waarden zijn:

1. alles wat mensen belangrijk vinden in het leven.
2. de gedragsregels die belangrijk zijn in Nederland.
3. regels over hoe je je moeten gedragen.
4. belangen die alle Nederlanders delen.

Normen zijn:

1. alles wat mensen belangrijk vinden in het leven.
2. besluiten die de overheid neemt.
3. regels over hoe je je moet gedragen.

Vriendschap is een voorbeeld van een norm.

1. Waar
2. Niet waar

Bewoners houden acties om hun buurt autovrij te houden. Hiermee komen zij op voor hun

1. Waarden
2. Normen

Cultuur bestaat uit die dingen die we

1. individueel bedenken
2. doen en maken
3. ontwikkelen en schilderen
4. samen bedenken

Cultuur blijft altijd hetzelfde.

1. Waar
2. Niet waar

Noem twee voorbeelden van de Nederlandse dominante cultuur.

Wat bedoelen we met de dominante cultuur?

1. De cultuur van de oudere generatie.
2. De subculturen die naast elkaar leven.
3. De cultuur van de meeste mensen in een land.
4. De cultuur van jongeren.

Met subcultuur bedoelen we cultuur die:

1. van een kleine groep mensen binnen de samenleving is.
2. hoort bij de grootste groep in de samenleving.
3. alleen populair is bij jongeren.
4. afgeleid is van de dominante cultuur.

Welke uitspraak is juist?
In ons land:

1. kennen we geen dominante cultuur.
2. is de Nederlandse cultuur dominant.
3. zijn er meer dominante culturen dan subculturen.
4. zijn er meerdere dominante culturen.

Waarom heb je in de stad meer individuele vrijheid dan op het platteland?

Je bent een ... als jijzelf en allebei je ouders in Nederland zijn geboren.

Koning Willem Alexander zijn vader is geboren in Duitsland. Hij is iemand met een...

1. Nederlandse achtergrond
2. Migratie achtergrond

Tot welke twee subculturen behoor jij?

Met pluriforme samenleving wordt een samenleving bedoeld waarin mensen:

1. met verschillende culturen en leefstijlen samen wonen.
2. toegelaten worden als politieke vluchtelingen.
3. geen conflicten hebben, ondanks hun verschillende achtergronden.

Wat is socialisatie?

Wat is geen socialiserende institutie?

1. Media
2. Overheid
3. Ouders
4. Telefoon

Leg in je eigen woorden uit wat internalisatie betekent.

Welke drie factoren beïnvloeden jouw persoonlijke identiteit?

Welk gevoel kan er ontstaan als een groep mensen een wij-gevoel hebben?

Welke drie factoren zorgen voor groepsidentiteit?

Culturele diversiteit is...

Wat staat in Artikel 1 van de grondwet?

Voor 1950 woonden er veel mensen met een migratie achtergrond in Nederland

1. Waar
2. Niet waar

Noem drie groepen die na 1950 naar Nederland zijn verhuisd.

Noem drie kenmerken van de pluriforme samenleving.

Wat betekent het woord: tolerantie

Als Stef naar Ierland verhuist voor zijn vriendin,dan is hij voor ons een...

1. Immigrant
2. Emigrant

Als Liam vanuit Portugal naar Nederland komt om hier te wonen, dan is hij voor ons een...

1. Immigrant
2. Emigrant

Wat is een kolonie?

Wat betekent een 'onafhankelijk' land?

Waarom gingen mensen uit Nederland-Indië verhuizen naar Nederland?

Suriname werd onafhankelijk in...

1. 1949
2. 1969
3. 1975
4. 1988

In 1980 greep iemand de macht in Suriname. Wie was die man?

Uit hoeveel eilanden bestaan de Nederlandse Antillen?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

De abc eilanden bestaan uit...

Nederland

Suriname

Antillen

Indonesië

Een arbeidsmigrant is...

Veel Turken en Marokkanen kwamen in de jaren 60/70 naar Nederland, omdat...

1. Ze hun familie misten.
2. Voor werk.
3. Omdat ze waren gevlucht.
4. Omdat dit een kolonie van Nederland was.

Een expat is...

Een expat is vaak...

1. Praktisch opgeleid
2. Hoog opgeleid

Iemand die in Nederland vaak zwart werkt en geen belasting betaald.

1. Vluchteling
2. Asielzoeker
3. Illegaal

Iemand die niet meer in zijn eigen land kan wonen, vanwege oorlog.

1. Vluchteling
2. Asielzoeker
3. Illegaal

Iemand die aan Nederland vraagt of hij langer in Nederland mag blijven.

1. Vluchteling
2. Asielzoeker
3. Illegaal

Noem twee landen waar vluchtelingen tegenwoordig vandaan komen.

Einde oefen S.O.