Geschiedenis - Begrijpend lezen | Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen

Hoe zat dat?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenGeschiedenisBasisschoolGroep 5-8

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Hoe zat dat?

Slide 1 - Slide

Ik weet waarom Suriname en de (voormalige) Nederlandse Antillen lange tijd bij Nederland hebben gehoord.
Ik weet dat Suriname nu onafhankelijk is en dat een deel van de (voormalige) Nederlandse Antillen nog bij Nederland hoort.

Slide 2 - Slide

Wat valt je op aan de vorm, de kopjes, de titel en de plaatjes?
Wat is dit voor tekst?
Hoe ga je deze tekst lezen?
Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?
Bekijk de tekst, maar lees deze nog niet!

Slide 3 - Slide


Wat weet je er al van?

Slide 4 - Open question

Heb je vragen als je naar de tekst kijkt? 
 Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak ze op de
vragenmuur.

Slide 5 - Slide

Woordenschat:
voormalige, verovert (veroveren), gebieden,
inmiddels, zelfstandig, Antilliaanse, koloniën, westen, oosten
Hier ligt Suriname en hier liggen de (voormalige) Nederlandse Antillen.
1633: Nederland pakt Sint-Maarten, Bonaire, Curaçao, Aruba, Saba en
Sint Eustatius af van Spanje.
1667: Nederland verovert Suriname. Samen worden deze koloniën de West genoemd.
De leerkracht doet het voor.

Slide 6 - Slide

Woordenschat:
winnen (zout winnen), uitvalsbasis, zeeroverij, doorvoerhaven, tot slaaf gemaakte mensen, vruchtbaar, verbouwen, cacao, plantages, 
arbeiders, verscheept, doorverkocht, plantage-houders, wreed, behandeld, verboden, lokken, contract, loon, contractarbeiders, culturen
We doen het samen.
1633: Nederland pakt Sint-Maarten, Bonaire, Curaçao, Aruba, Saba en
Sint Eustatius af van Spanje.
1667: Nederland verovert Suriname. Samen worden deze koloniën de West genoemd.
Eilanden: zout winnen, uitvalsbasis zeeroverij
Curaçao: doorvoerhaven tot slaaf gemaakte mensen
Suriname: vruchtbare grond: suiker, cacao en koffie,
plantages, tot slaaf gemaakte mensen uit Afrika, wrede behandeling.
1 juli 1863: verbod slavernij, komst (goedkope) contractarbeiders naar Suriname, veel verschillende culturen.

Slide 7 - Slide

Lees in tweetallen de rest van de tekst en vat samen in het treinschema.
Het kader over Anton de Kom hoef je niet in het schema te zetten.
Maak daarna de tekstgerichte vragen.
Nu jullie!
Tekstgerichte vragen:
Welk gebieden vielen onder de West?
Waarom waren deze gebieden interessant voor Nederland? 
Waarom kiezen veel Surinamers na de onafhankelijkheid in 1975 voor een Nederlands paspoort?
‘De periode van kolonialisme en slavernij heeft onze samenleving mede gevormd.’ Met deze zin begint de laatste alinea. Hoe heeft deze periode
onze samenleving gevormd?
Hoe kijk jij tegen deze geschiedenis aan?
Maak een tijdlijn (of treinschema) van het leven van Anton de Kom (zie het paarse kader).






 

Slide 8 - Slide

Toetsvraag:





Wat moet er op plaats 1 komen te staan?
A. de Noord
B. de Zuid
C. de Oost
D. de West
Nederlandse Antillen
1
Suriname

Slide 9 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?
Hoe ziet jouw treinschema eruit?

Slide 10 - Slide

Heb je nieuwe vragen gekregen? Schrijf deze op post-its en hang ze op de vragenmuur.
Heb je antwoorden gekregen op je vragen?

Slide 11 - Slide

Tot de 
volgende keer!

Slide 12 - Slide