Grammatica bijvoeglijk naamwoord

Grammatica

Bijvoeglijke naamwoorden

1 / 29

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica

Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 1 - Slide

lesdoel

Je kunt een bijvoeglijk naamwoord in een zin

herkennen en benoemen.

Slide 2 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Slide

Bekijk deze slide goed.

Slide 4 - Slide

Bedenk wat je over het huiswerk kan zeggen: bijv. het moeilijke huiswerk.
Bedenk er zelf nog 5

Slide 5 - Open question

Theorie (blz. 206)

Je kunt zinsdelen aanvullen door kenmerken of eigenschappen van de zelfstandige naamwoorden toe te voegen.

Die woorden noem je bijvoeglijke naamwoorden.

lelijke

nieuwe

dure

grote

grappige

Slide 6 - Slide

opdracht

Je krijgt dadelijk 10 zinnen.

Schrijf van elke zin het zelfstandig naamwoord op!

Slide 7 - Slide

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Er zit een groene hoes bij.

Slide 8 - Open question

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Ik heb een nieuwe telefoon gekregen.

Slide 9 - Open question

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Ik heb er leuke muziek op gezet.

Slide 10 - Open question

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Alles van mijn favoriete band staat erop.

Slide 11 - Open question

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Ik heb er een goede koptelefoon bij gekocht.

Slide 12 - Open question

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Wij hebben pas een jonge hond gekregen.

Slide 13 - Open question

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Hij heeft een witte vlek.

Slide 14 - Open question

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

We hebben een groot bot voor hem gekocht.

Slide 15 - Open question

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Het is een heel grappig hondje.

Slide 16 - Open question

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

We maken samen lange wandelingen.

Slide 17 - Open question

opdracht

Je krijgt weer dezelfde zinnen, maar nu schrijf je de bijvoeglijke naamwoorden op.

Slide 18 - Slide

het bijvoeglijk naamwoord is:

Ik heb een nieuwe telefoon gekregen.

Slide 19 - Open question

het bijvoeglijk naamwoord is:

Er zit een groene hoes bij.

Slide 20 - Open question

het bijvoeglijk naamwoord is:

Er zit een groene hoes bij.

Slide 21 - Open question

het bijvoeglijk naamwoord is:

Ik heb er leuke muziek op gezet.

Slide 22 - Open question

het bijvoeglijk naamwoord is:

Ik heb er een goede koptelefoon bij gekocht.

Slide 23 - Open question

het bijvoeglijk naamwoord is:

Wij hebben pas een jonge hond gekregen.

Slide 24 - Open question

het bijvoeglijk naamwoord is:

Hij heeft een witte vlek.

Slide 25 - Open question

het bijvoeglijk naamwoord is:

Wij hebben een groot bot voor hem gekocht.

Slide 26 - Open question

het bijvoeglijk naamwoord is:

We maken lange wandelingen.

Slide 27 - Open question

het bijvoeglijk naamwoord is:

Het is een heel grappig hondje.

Slide 28 - Open question

Aan de slag.......

Maken: blz 206 t/m 207

Slide 29 - Slide